Toets Kapitel 6

Schrijf de stam van het werkwoord op.

verdienen ____________________

1 / 16
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Schrijf de stam van het werkwoord op.

verdienen ____________________

Slide 1 - Open question

Schrijf de stam van het werkwoord op.

machen ____________________

Slide 2 - Open question

Schrijf de stam van het werkwoord op.


bezahlen _________________

Slide 3 - Open question

Vul de juiste uitgang van het werkwoord in. (de laatste letter of de laatste letters)

Ich mach____ meine Hausaufgaben.

Slide 4 - Open question

Welk woord hoort er niet bij?
A
der Bluse
B
der Pullover
C
die Hose
D
der Kunde

Slide 5 - Quiz

Welk woord ontbreekt?
Vul het Duitse woord in!
Die Bluse kostet nicht viel Geld. Die Bluse ist........

Slide 6 - Open question

Welk woord past hier?
Die Schuhe sind zu klein. Kann ich sie ......?
A
umtauschen
B
Kassenzettel
C
größer
D
finden

Slide 7 - Quiz

Wat is " ein Bioladen"
A
Een groot warenhuis in Berlijn
B
Het Duitse woord voor winkelcentrum
C
Bier of wijn drinken voor het middageten
D
Een biologische winkel

Slide 8 - Quiz

(kaufen) du eine neue Hose?
A
Kaufe
B
Kaufst
C
Kauft
D
Kauf

Slide 9 - Quiz

(Kommen) deine Oma morgen?
A
Komme
B
Kommst
C
Kommt
D
Kommen

Slide 10 - Quiz

(Spielen) ihr gerne Tennis?
A
Spiele
B
Spielst
C
Spielt
D
Spielen

Slide 11 - Quiz

Wir (stehen) schon zwei Stunden hier
A
Stehe
B
Stehst
C
Steht
D
Stehen

Slide 12 - Quiz

Er (wohnen) in Köln
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 13 - Quiz

Es (gehen) Anna und Louise gut
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 14 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord
fahren?

Slide 15 - Open question

Vertel in het Duits wat voor kleren je vandaag draagt (bonuspunten)

Slide 16 - Open question