4.5-3: Reactievergelijkingen kloppend maken

4.5 Atomen tellen
Reactievergelijkingen kloppend maken

1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

4.5 Atomen tellen
Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik molecuulformules
Terugblik reactievergelijkingen
Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 2 - Slide

Molecuulformules
Van alle stoffen kunnen ook de molecuulformules gegeven worden. In de molecuulformules staan uit welke en uit hoeveel atomen een stof opgebouwd is. Van enkele van deze stoffen moet je de molecuulformules kennen:

CO2 (g)
Koolstofdioxide
N2 (g)
Stikstof
CO (g)
Koolstofmono-oxide
SO2 (g)
Zwaveldioxide
H2O (l)
Water
O2 (g)
Zuurstof
CH4 (g)
Methaan
H2 (g)
Waterstof
NO (g)
Stikstofoxide
NO2 (g)
Stikstofdioxide

Slide 3 - Slide

Terugblik Reactievergelijkingen
We hebben het al gehad over reactieschema's. Hierbij schrijf je schematisch op hoe een chemische reactie verloopt. Een voorbeeld hiervan is het ontleden van water: Water (l) -> Waterstof (g) + zuurstof (g)
Behalve een reactie schema, kunnen we ook een reactie vergelijking opstellen. Hierbij gebruiken we de molecuulformules, en moet de reactievergelijking kloppend gemaakt worden.
Reactievergelijking ontleding van water:
H2O (l) -> H2 + O2

Slide 4 - Slide

Reactievergelijkingen kloppend maken
Om een reactievergelijking kloppend te maken, schrijf je eerst de reactievergelijking op in je schrift, en noteer je welke atoomsoorten je hebt eronder, van links naar rechts.
H2O (l) -> H2 + O2
H
O
Vervolgens gaan we de atomen links van de pijl kloppend maken met de atomen rechts van de pijl, door de coëfficiënt aan te passen: De getallen voor de molecuulformule.

Slide 5 - Slide

kloppend maken
H2O (l) -> H2 + O2
2 H 2  
O
Links voor de pijl hebben we 2 waterstof atomen, rechts van de pijl hebben we er ook twee. Voor waterstof klopt onze reactie vergelijking al.
Vervolgens kijken we naar zuurstof:

Slide 6 - Slide

kloppend maken
H2O (l) -> H2 + O2
2 H 2
1 O 2
Vervolgens maken we zuurstof kloppend. Links voor de pijl hebben we 1 zuurstof atoom. Rechts na de pijl hebben we er 2: Dit moeten we kloppend maken.

Slide 7 - Slide

Kloppend maken
2 H2O (l) -> H2 + O2
2 H 2
2 O 2
Nu klopt het aantal zuurstof atomen wel. Maar is de gehele reactie nu nog kloppend?

Slide 8 - Slide

Kloppend maken
2 H2O (l) -> H2 + O2
2 H 2
2 O 2
Doordat we nu 2 moleculen water hebben, is de totale hoeveelheid waterstof ook toegenomen. Elke keer dat je een coëfficiënt veranderd, moet je controleren of de andere atoomsoorten niet veranderen.

Slide 9 - Slide

kloppend maken
2 H2O (l) -> H2 + O2
4 H 2
2 O 2
Want door het toevoegen van de twee, hebben we nu 4 waterstof atomen, en niet 2 waterstof atomen. Dit moeten we dus weer kloppend maken:

Slide 10 - Slide

kloppend maken
2 H2O (l) -> 2 H2 + O2
4 H 4
2 O 2
Door nu 2x H2 te nemen klopt het aantal waterstof weer. Het aantal zuurstof klopt ook: Deze reactievergelijking is kloppend gemaakt.

Slide 11 - Slide

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:
N2 + H2 -> NH3

Slide 12 - Open question

Kloppend maken
N2 + H2 -> NH3
2 N 1 
H
Voor de pijl hebben we 2x N. Na de pijl maar 1 keer. Dit maken we kloppend door 2x NH3 te nemen:

Slide 13 - Slide

Kloppend maken
N2 + H2 -> 2 NH3
2 N 2
2 H 6 
Vervolgens gaan we door met H: We hebben  2x H voor de pijl, maar 2x3 keer H na de pijl. Hoe maken we dit kloppend?

Slide 14 - Slide

Kloppend maken
N2 + 3 H2 -> 2 NH3
2 N 2
6 H 6 
Door 3x H2 te nemen hebben we 6x H. Nu klopt de reactievergelijking dus.

Slide 15 - Slide

Vragen

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Lezen heel 4.5
Maken: (58, 60, 61 en 62) en 63, 64, 65, 69 en 70

Slide 17 - Slide