What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
paragraaf 6 Aan elkaar of los?
SPELLING H6 blz. 194
Pak de theorie erbij!
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
SPELLING H6 blz. 194
Pak de theorie erbij!
Slide 1 - Slide
Spelling H6: Aan elkaar of los?
- Je kent de regels voor los of aan elkaar schrijven.
- Je kan dus bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Slide 2 - Slide
Wat is juist?
A
schouder tas
B
schoudertas
Slide 3 - Quiz
Wat is juist?
A
zilveren ring
B
zilverenring
Slide 4 - Quiz
Waarom schrijf je 'schoudertas' aan elkaar, maar 'fantastische tas' los?
Slide 5 - Open question
1. Woorden die één begrip vormen, dus die één ding zijn, schrijf je aan elkaar.
Samenstellingen van drie woorden of minder schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld: Warm+water+voorziening = warmwatervoorziening
bagage+drager = bagagedrager
Slide 6 - Slide
Wat is juist?
(tip: vormen de woorden samen 1 begrip?)
A
fiets sleutel
B
fietssleutel
Slide 7 - Quiz
Wat is juist?
(tip: vormen de woorden samen 1 begrip?)
A
Fransehoofdstad
B
Franse hoofdstad
Slide 8 - Quiz
2. Woorden die bestaan uit er, hier, daar of waar + voorzetsel schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld:
er +
voorzetsel over
= erover
hier +
voorzetsel op
= hierop
daar + v
oorzetsel om
= daarom
waar+
voorzetsel achter
= waarachter
Slide 9 - Slide
3. Getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld:
vijf+honderd+dertien = vijfhonderddertien
drie+veertig+duizend = drieënveertigduizend
Maar:
vijf+honderd+miljoen = vijfhonderd miljoen
Slide 10 - Slide
Wat is juist?
A
daar over
B
daarover
Slide 11 - Quiz
Wat is juist?
A
hiernaast
B
hier naast
Slide 12 - Quiz
Wat is juist?
A
onderwijsinspectie
B
onderwijs inspectie
Slide 13 - Quiz
Wat is juist?
A
Vijfhonderdduizend miljoen
B
vijfhonderd duizend miljoen
Slide 14 - Quiz
Nog een paar regels...
4. Veel samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld: hardlopen, lesgeven, schoonmaken
5. Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel:
Voorbeeld: dicht+bevolkt = dichtbevolkt
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Afronding les
Huiswerk bekijken
Terugblik les
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht 1, 2 (blz. 194 en 195)
Extra trainen in NN.
Slide 18 - Slide
Spelling H6: Aan elkaar of los?
- Je kent de regels voor los of aan elkaar schrijven.
- Je kan dus bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Slide 19 - Slide
Denk je dat je de theorie begrijpt en nu kan toepassen?
A
Ik wil zelf beginnen met de opdrachten.
B
Ik wil samen starten met de opdrachten.
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
Spelling H6: Aan elkaar of los?
May 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
May 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling P6: Aan elkaar of los?
January 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
April 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H6 over los aan elkaar schrijven
March 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2