- Je kunt omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotype ontstaat.
- Je kunt beschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.
Slide 3 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
- Deel van een plant kan uitgroeien tot een nieuwe plant.
- Genotype blijft hetzelfde, fenotype hoeft niet.
- Voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting zijn stekken en knollen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Geslachtelijke voortplanting
- versmelten van twee geslachtcellen.
- verschillende mogelijkheden in genotypen; variatie in genotypen.
- Door variatie in genotypen ontstaat er ook variatie in fenotypen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Mutatie
- genotype kan ook veranderen door mutatie.
- mutatie = Plotselinge verandering van het DNA.
- Vindt de mutatie in een lichaamscel plaats, dan veranderd het genotype in andere lichaamscellen niet. Bij mutatie in geslachtscellen wordt de mutatie doorgegeven aan de nakomelingen.
Slide 8 - Slide
Mutatie
- Als bij organisme het gemuteerde in het fenotype tot uiting komt dan noemen we dat een mutant.
- Mutatie kan ontstaan door celdeling.
- Een voorbeeld van een mutant is een albino
- Cellen in lichaam maken geen melanine aan (pigment)