2. Oefeningen persoonsvorm & infinitivus

Oefeningen persoonsvorm & infinitivus
Lesdoelen:
- Je kunt aan het eind van deze les (nadat je zelfstandig of klassikaal hebt geoefend) zelfstandig opdrachten maken over de persoonsvorm en de infinitivus in het Latijn.
- Je kunt van een persoonsvorm het getal en de persoon benoemen.
- Je kunt de rijtjes van de werkwoorden zelfstandig opnoemen.

Hulpmiddelen: de woordenlijst bij tekst 1 (p. 17 SPQR), woordenlijst achterin het tekstboek.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefeningen persoonsvorm & infinitivus
Lesdoelen:
- Je kunt aan het eind van deze les (nadat je zelfstandig of klassikaal hebt geoefend) zelfstandig opdrachten maken over de persoonsvorm en de infinitivus in het Latijn.
- Je kunt van een persoonsvorm het getal en de persoon benoemen.
- Je kunt de rijtjes van de werkwoorden zelfstandig opnoemen.

Hulpmiddelen: de woordenlijst bij tekst 1 (p. 17 SPQR), woordenlijst achterin het tekstboek.

Slide 1 - Slide

Kijk in de woordenlijst op p. 17 van je tekstboek. Noteer tenminste 1 werkwoord met een a-stam.

Slide 2 - Open question

Kijk in de woordenlijst op p. 17 van je tekstboek. Noteer tenminste 1 werkwoord met een i-stam.

Slide 3 - Open question

Kijk in de woordenlijst op p. 17 van je tekstboek. Noteer tenminste 1 werkwoord met een mk-stam.

Slide 4 - Open question

Kijk in de woordenlijst op p. 17 van je tekstboek. Noteer tenminste 1 werkwoord met een e-stam. Let goed op het streepje!

Slide 5 - Open question

Vocatis is een...
A
1 ev
B
2 ev
C
1 mv
D
2 mv

Slide 6 - Quiz

Lacrimas is een...
A
1 ev
B
2 ev
C
3 ev
D
2 mv

Slide 7 - Quiz

Veniunt is een...
A
1 ev
B
3 ev
C
2 mv
D
3 mv

Slide 8 - Quiz

Ponimus is een...
A
1 ev
B
2 ev
C
1 mv
D
2 mv

Slide 9 - Quiz

1 ev
2 ev
3 ev
1 mv
2 mv
3 mv
Infinitivus
clamare
audit
pono
regis
videmus
tollere
recusatis
audio
portant
haerent
natas
videre
necat

Slide 10 - Drag question

Woordenlijst
Raadpleeg voor de volgende opdrachten indien nodig de woordenlijst achterin je tekstboek om te kijken met welke werkwoordstam je te maken hebt.

Slide 11 - Slide

Zet de volgende vorm in het meervoud: FAVES

Slide 12 - Open question

Zet de volgende vorm in het meervoud: GERO

Slide 13 - Open question

Zet de volgende vorm in het meervoud: VENDIT

Slide 14 - Open question

Zet de volgende vorm in het enkelvoud: CELEBRANT

Slide 15 - Open question

Zet de volgende vorm in het enkelvoud: DISCEDITIS

Slide 16 - Open question

Zet de volgende vorm in het enkelvoud: ORAMUS

Slide 17 - Open question

Bij de volgende opdrachten wordt er gevraagd om persoon, getal en vertaling. Dit noteer je als volgt, bijvoorbeeld:
1 mv - wij denken
3 ev - h/z/h slaapt

Bij deze opdrachten maak je gebruik van de woordenlijst achterin je tekstboek.

Slide 18 - Slide

Noteer persoon, getal en vertaling:
DORMIUNT

Slide 19 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
COGITO

Slide 20 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
PONITIS

Slide 21 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
DANT

Slide 22 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
DIVIDIS

Slide 23 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
IUBETIS

Slide 24 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
PRAEBEO

Slide 25 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
TRADIMUS

Slide 26 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
RECUSAMUS

Slide 27 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
CADUNT

Slide 28 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
STAS

Slide 29 - Open question

Noteer persoon, getal en vertaling:
TOLLIT

Slide 30 - Open question