Oefentoets warmte A2

Oefentoets warmte A2
Oefenvragen maken via LessonUp
Pak je device
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets warmte A2
Oefenvragen maken via LessonUp
Pak je device

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De lucht rond een radiator verspreidt zich door
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 2 - Quiz

duidelijker opschrijven. Boven de radiator

Bij welke vlam ontstaat het meeste koolstofmono-oxide?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

het plaatje stond gek in de toets
Wat is de eenheid van warmte?
A
joule
B
graden Celsius
C
kelvin
D
temperatuur

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de nauwkeurigheid van een thermometer?
A
De streepjes die de thermometer heeft
B
De hoogste en de laagste temperatuur
C
Hoe groot het bereik is
D
Het kleinste verschil dat je kan meten

Slide 5 - Quiz

hele goede vraag

warmtestroming
warmtegeleiding
warmte isolatie

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de temperatuur op het absolute nulpunt?
(twee antwoorden mogelijk)
A
0 K
B
0 °C
C
-273 K
D
-273 °C

Slide 7 - Quiz

erbij geschreven dat twee antwoorden mogelijk zijn

Hoe groot is het bereik?
A
10 °C tot 50 °C
B
30 °C tot 50 °C
C
-30 °C tot 50 °C
D
-30 °C tot 0 °C

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel K is 210 °C?

Slide 9 - Open question

reken fout in het begin

Warme lucht verplaatst zich bij een radiator...
A
omlaag
B
omhoog

Slide 10 - Quiz

twee voorzetsel stonden er.
(in bij) welke is dan juist

vraag verduidelijkt door warme lucht te gebruiken
welke vorm van warmte transport heeft geen medium nodig?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
voor allen is een medium nodig

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Door welke vorm van geleiding voelt je hand warm bij 1?

A
straling
B
stroming
C
geleiding

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

wat is de meest gunstige plaats om een verwarmingselement aan te brengen in een aquarium?
A
bovenin
B
middenin
C
onderin
D
maakt niet uit

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

welke vlam is het warmst?
A
gele vlam
B
lichtblauwe vlam
C
ruisende vlam

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

welke uitspraak/uitspraken is/zijn waar over een volledige verbranding?
A
er ontstaat roet
B
er ontstaat koolstofdioxide
C
er is een gele vlam
D
er ontstaat waterdamp

Slide 15 - Quiz

spellingnsfout
wat wordt de kleur van wit kopersulfaat als het in aanraking komt met water?
A
roze
B
groen
C
blauw
D
blijft wit

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

wat van de branddriehoek neemt de brandweer weg als het blust met schuim?
A
zuurstof
B
brandstof
C
ontbrandingstemperatuur
D
geen van allen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

in dubbelglas zit lucht. Is stilstaande lucht een geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 18 - Quiz

spellingsfout

Bij een onvolledige verbranding schrijf je als reactieproducten
A
koolstofdioxide en water
B
koolstofdioxide en roet
C
koolstofmono-oxide en water en roet
D
koolstofmono-oxide en roet

Slide 19 - Quiz

overlegt met de docent over verschil in lesgeven.
Roet hoort bij een onvolledige verbranding.
Geleiding vindt plaats in...
A
vaste stoffen
B
vloeistoffen
C
gassen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat zijn goede geleiders?
A
gassen
B
vloeistoffen
C
kunststoffen
D
metalen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Reflectie
welk onderwerp van de oefentoets moet jij nog oefenen?
welke paragraaf?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leren voor de toets
Vraag? Steek je hand op.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

einde
heb je kunnen leren wat je moeilijk vond?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions