5.1 Tijd

5.1 Tijd

1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1 Tijd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Rekenen met tijd 
2,6 minuten = ..... seconden 
3:26 minuten = ..... seconden 
1890 seconden = ..... minuten
5,4 weken = ..... weken ..... dagen .... uur .... minuten

Slide 3 - Slide

48:30:16 uur betekent:
48 uur; 30 minuten; 16 seconden
maar LET OP:
36:18,5 minuten betekent:
36 minuten; 18,5 seconden

Slide 4 - Slide

3,6 uur = ... minuten

Slide 5 - Open question

Hoeveel jaar is 9 jaar en 3 maanden?

Slide 6 - Open question

6:54:56 uren = … seconden

Slide 7 - Open question

0,6 uur = ... minuten

Slide 8 - Open question

17 280 seconden = ... uur

Slide 9 - Open question

4,5 weken = … weken … dagen … uren

Slide 10 - Open question

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag in een tijd van 3:41,72.
Wat was hun tijd in seconden?

Slide 11 - Open question

Tom rijdt een rit over 42,3 kilometer in een tijd
van 1:12:41 uur. Robert deed over dezelfde rit 4,2 minuten langer.
In welke tijd reed Robert deze rit?

Slide 12 - Open question

Aan de slag
Maak 5.1

Slide 13 - Slide