Blok 4 week 6 Thema 3 H3 Taalverzorging 1

Blok 4 week 6
Samenstellingen van twee zelfstandig naamwoorden
Thema 3, H3: taalverzorging


1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 4 week 6
Samenstellingen van twee zelfstandig naamwoorden
Thema 3, H3: taalverzorging


Slide 1 - Slide

Planning blok 4

Week 1: thema 2, H4 (schrijven)
week 2: thema 2, H6 (gesprekken voeren)
Week 3: Thema 3, H1 (lezen)
Week 4: Thema 3, H1 (lezen)
Week 5: thema 3, H2 (luisteren)
Week 6: thema 3, H3 (taalverzorging)
Week 7: thema 3, H3 (taalverzorging)
Week 8 en 9: toets lezen/luisteren

Slide 2 - Slide

Doelen deze les
  • je weet wat een zelfstandig naamwoord is
  • je weet wat een lidwoord is
  • je weet hoe je een samenstelling moet maken en moet spellen

Slide 3 - Slide

Lidwoorden 
DE
HET
EEN

Slide 4 - Slide

zelfstandig naamwoord
Alle dingen, mensen, plaatsen, dieren, gevoelens:
  • tafel
  • Noortje
  • Amsterdam
  • tijger
  • trouw
Meestal kun je een lidwoord voor een ZN zetten. 

Slide 5 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
blauw
stapelbed
Scalda
waar
waterflesje
Paul
buiten

Slide 6 - Drag question

Samenstelling
Twee of meer zelfstandige naamwoorden aan elkaar:
spelcomputer
schoolvak
pauzeprogramma
haarverf
invalidentoilet

Slide 7 - Slide

Altijd aan elkaar, want...
haar verf - haarverf
net jurkje - netjurkje
rijtjes huizen - rijtjeshuizen
sla dressing - sladressing

Slide 8 - Slide

Ook bij langere woorden
computerstoringellende
bureaulampverkoper
woordenboekopdracht


Slide 9 - Slide

soms ook ander soort woorden
rode wijnglazen - rodewijnglazen 
(rode = bijvoeglijk naamwoord)

zweefvliegen
(twee werkwoorden)


Slide 10 - Slide

Wat is het verschil tussen rodewijnglazen en rode wijnglazen?

Slide 11 - Open question

Kippensoep en groentesoep
Als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je altijd een tussen-n
tomatensoep, aspergesoep

Slide 12 - Slide

Stationsklok - stationsstraat 
Tussen-s: bedenk een woord waar de 's' nog niet in zit. Hoor je dan een s? Dan moet 'ie er altijd in. 
dorpsbewoner - dorpsschool

Slide 13 - Slide

Wat is de goede samenstelling:
hond ... hok
A
hondehok
B
hondenhok

Slide 14 - Quiz

Welke twee woorden zijn samenstellingen?
A
Tekening
B
Dakgoot
C
Verhuizen
D
vruchtentaart

Slide 15 - Quiz

Welk woord is geen samenstelling ?
A
zwemles
B
zwempak
C
zwemmen
D
zwembad

Slide 16 - Quiz

Uitzonderingen
Er zijn nogal wat uitzonderingen. Gebruik een woordenboek (online of op papier) als je twijfelt en schakel de spellingcontrole in Word in!

Slide 17 - Slide

HUISWERK
Thema 3, H3
opdracht 1 t/m 4

Slide 18 - Slide