Escribir una carta informal H5


Escribir una carta informal H5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson


Escribir una carta informal H5

Slide 1 - Slide

Schrijf de plaats en datum op van vandaag in het Spaans

Slide 2 - Open question

Je gaat een email schrijven aan een Spaanse jongen, Pablo, die je op vakantie hebt leren kennen.
1. Welke aanhef gebruik je?
2. Schrijf op dat je hem schrijft om hem uit te nodigen voor het concert van Karol G. op 23 december in Amsterdam.

Slide 3 - Open question

Welke zin is correct?
A
Karol G. está un cantante de Colombia
B
Karol G. es una cantante de Colombia
C
Una cantante está Karol G.
D
Karol G. tiene una cantante a Colombia

Slide 4 - Quiz

Hoe zeg je dat ze heel beroemd is en haar muziekstijl Reggaetón
A
Es muy famoso y su estilo de música es el Reggaetón
B
Es muy conocida y su música tiene Reggaetón
C
Está muy famosa y su estilo de música es el Reggaetón
D
Es muy conocida y su estilo de música es el Reggaetón

Slide 5 - Quiz

Vraag aan Pablo of hij zin heeft om mee te gaan en dat je een goedkope vlucht voor hem hebt gezien.

Slide 6 - Open question

Zeg dat hij bij jouw kan blijven slapen. Zo hoeft hij geen hotel te reserveren.

Slide 7 - Open question

Zeg dat je het heel leuk wordt en hoopt dat hij komt.

Slide 8 - Open question

Hoe sluit je de email af?
A
Espero tu respuesta.
B
Atentamente,
C
Cierro este mensaje.
D
Bueno,

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je nog meer afsluiten?

Slide 10 - Open question

6

Slide 11 - Video


Slide 12 - Open question

00:25
Qué color de pelo tiene Karol G.?
A
azul
B
moreno
C
rojo
D
rubio

Slide 13 - Quiz

00:55
Wat wordt er gezegd na:
Dile a tu nuevo _____________

Slide 14 - Open question

00:55
Maak de zin af....
Dile a tu nuevo ___________
A
chico
B
beber
C
bebé
D
amor

Slide 15 - Quiz

01:20
Welke woorden heb je tot nu toe gehoord?

Slide 16 - Mind map

03:02
Wat is het laatste woord dat wordt gezongen?
A
compito
B
mano
C
bonito
D
amorcito

Slide 17 - Quiz

03:30
Schrijf 5 achtergrond items op

Slide 18 - Open question