Leesvaardigheid Duits

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Willkommen

Mäntel ausziehen und Bücher auf den Tisch

Jassen uit en boeken op tafel

 

Leesvaardigheid Duits

Ziele/doelen

AN DE EIND VAN DE LES:

Kan je eenvoudige gesprekken begrijpen. 

Kan je specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten. 

Kan je leesstrategieën toepassen.

Opbouw van een tekst

Der Aufbau eines Textes

Titel

Einleitung

Absatz

bron

Bild

Leesstrategieën

Verder met H3A

Verder met V3A

Soorten leesstrategiën

• voorspellen
• voorkennis gebruiken
• structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
• skimmen
• scannen / selectief lezen
• gedetaillieerd lezen 
• woordbetekenissen afleiden of raden

Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden.

1. Voorspellen
2. Scannen

De tekst snel en globaal doorlezen.
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's.

1. Scannen
2. Skimmen

Je scant de tekst om een bepaald stukje
informatie te vinden. Je leest dus selectief.
Als je opzoek bent naar maar één bepaald
gegeven, maak je gebruik van scannen.

1. Voorkennis gebruiken
2. Scannen

Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken.

1. Voorkennis gebruiken
2. Skimmen

Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk!

1. Voorspellen
2. Structuur ontdekken en gebruiken

Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden.
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.

1. Voorkennis gebruiken
2. Intensief (gedetailleerd lezen)

Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd.
Lijkt het woord op het Nederlands ?
Spreek het woord in gedachten uit.
Hak het woord in stukjes.
Kijk naar de context waarin de zin staat.

1. Woordbetekenissen raden/afleiden
2. Skimmen

Kurzer Text

Langer Text

Scantext

Lückentext

Jetzt machen wir : 

Buch S. 62 t/m 63 

bron 25

Jetzt machen wir: 

Buch S. 63 

bron 26