Voorkennis medicatie

Voorkennis medicatie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Voorkennis medicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Medicijnen bestaan in verschillende vormen. Welke toedieningsvorm wordt gekozen, hangt af van de werking, de toedieningsweg en de voorkeur en mogelijkheden van de patiënt.
Stelling:
Een ..... noem je een dragee.
A
zetpil
B
poeder wat wordt opgelost
C
tablet met laagje er omheen
D
pasta met beschermlaag

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende medicijnen heeft een biologische beschikbaarheid (F) van 0 bij orale inname?
A
Paracetamol
B
Insuline
C
Amoxicilline
D
Ibuprofen

Slide 3 - Quiz

insuline is eiwit en wordt door maagdarmstelsel afgebroken
De oplaaddosis van een geneesmiddel kan worden opgegeven als mg/ kg lichaamsgewicht. Dit geldt in de meeste gevallen voor alle leeftijdsgroepen. Echter bij heel oude mensen (>80 j) geeft men bij voorkeur wat minder.
De reden hiervoor is:
A
de nierfunctie bij deze groep patiënten is verminderd
B
de leverfunctie is bij deze groep patiënten verminderd
C
de halfwaardetijd van het geneesmiddel is bij deze groep patiënten verlengd
D
het verdelingsvolume is bij deze groep patiënten lager

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij ouderen neemt het lichaamswater en de spiermassa af, terwijl het vetpercentage vaak toeneemt. Hierdoor verandert het verdelingsvolume.
Lipofiele medicijnen (zoals oxazepam):
  • Ophoping in vetweefsel: Omdat ouderen vaak een hoger vetpercentage hebben, kunnen lipofiele medicijnen zich meer ophopen in het vetweefsel. Dit betekent dat het verdelingsvolume voor lipofiele medicijnen bij ouderen toeneemt.
  • Verlengde werking: De ophoping in vetweefsel kan ervoor zorgen dat het medicijn langer in het lichaam blijft, omdat het geleidelijk uit het vetweefsel wordt vrijgegeven. Dit kan bij ouderen leiden tot een langduriger effect en meer kans op bijwerkingen.

Hydrofiele medicijnen (zoals amlodipine):
  • Minder lichaamswater: Bij ouderen neemt het lichaamswater af, wat betekent dat hydrofiele medicijnen minder ruimte hebben om zich te verspreiden.
  • Verhoogde bloedconcentratie: Hierdoor kan de concentratie van hydrofiele medicijnen in het bloed bij dezelfde dosering hoger zijn, omdat het verdelingsvolume kleiner is. Dit kan de kans op bijwerkingen vergroten.



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is desinfectie van de huid niet nodig bij injecties?
A
Bij zv met een normale weerstand
B
Bij het inbrengen van een veneus infuus
C
Bij puncties van steriele lichaamsholten
D
Desinfecteren hoeft nooit

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet het desinfectans volledig aan de lucht drogen voordat je een handeling uitvoert?
A
Omdat dit door de meeste instellingen verplicht is
B
Om te voorkomen dat het desinfectans de huid irriteert
C
Om micro-organismen effectief te doden en om oplosmiddelen niet op te sluiten

Slide 7 - Quiz

Als je te snel een gaasje of verband over het desinfectiemiddel legt, kan het oplosmiddel (zoals alcohol) niet goed verdampen. Dit kan het desinfectans minder effectief maken, omdat het niet de kans krijgt om volledig te werken. Bovendien kan het ook schadelijk zijn voor de huid, doordat het oplosmiddel opgesloten wordt en bijvoorbeeld de huid kan irriteren of verweken.
Waarom wordt insuline onderhuids gespoten?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is de aanbevolen maximale hoeveelheid injectievloeistof bij een intramusculaire injectie in de bovenarm?
A
1-2ml
B
2-3ml
C
3-4ml
D
4-5ml

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke techniek wordt als de beste en veiligste beschouwd voor intramusculaire injecties?
A
Strekktechniek
B
Rangeertechniek
C
Zigzagtechniek
D
Snel-injectie techniek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Farmacodynamiek
Farmacokynetiek
Steadystate
Halfwaardetijd
Therapeutische breedte
Wat het medicijn met het lichaam doet
Wat het lichaam met het medicijn doet
De hoeveelheid medicijn in het lichaam blijft vrij constant 
De tijd die het kost om de concentratie van een medicijn in het lichaam met de helft te verminderen 
Het bereik tussen de kleinste hoeveelheid van een medicijn wat werkt en de hoeveelheid die schadelijk kan zijn 

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions