Signaleer continu, op basis van de verzamelde gegevens, risico's, veranderingen in het gedrag, gezondheidstoestand, welbevinden en de veiligheid van de zv. Maak gebruik van bestaande meetinstrumenten.
Gebruik de info en signalen van de zv, naastbetrokkenen en andere zorgverleners. Rapporteer dreigende of bestaande gezondheidsproblemen en situaties. Bespreek beoogde aanpassingen in de zorgverlening met de betrokkenen. Pas de zorgverlening daarop aan.