45e les

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui,  c'est le lundi 17 janvier 
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 3 - Slide

AUJOURD'HUI

  • Les devoirs U 2 App 6
  • SO nakijken en in groepjes werken 
  • Repetitie U2  woe 26 janvier !



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Les devoirs APP 6 
  • le violoncelle
  • le truc
  • j'en suis sûr 
  • bizarre
  • ça a l'air bien
  • se donner rendez-vous
  • entendu!
  • je viens de 

Slide 6 - Slide

Boek page 66 Dialogue 3

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Parler: page 68 en 69 
  • On fait l'exercice 19 et l 'exercice 21 (4-6) ensemble. 
  • les devoirs pour demain:
     mardi 18 janvier: APPRENDRE 7 en Ex 21 / 1-3
    (Staat op Magister)

Slide 9 - Slide

SO nakijken
  • passé composé (Oefening C)  Je hebt gekund 
  • tu as pu  (let op, niet être, juist onderwerp, Franse "je" en NL jij/je? , pu)
  • oefening D--> vrienden?
    amies? amis? ami? amie? 
  • oefening D boards--> mv-->  SSSSSSSSSSSS
    vos plancheS  , niet votre planche. 
  • Nous et vous? 

Slide 10 - Slide

Groupes de travail
BLEU
Olaf
Tristan
Evi
Sofie H. 
Ace
Jan-Bas
Sven
Elvira


BLANC 
Lieke
Jadey
Julian 
Iris
Sanne
Vincent
Sem
Quinten quinten
ROUGE
Jasmijn
Danique
Jitske
Felicity
Daphne
Luna
Nathalie
Sophie vdP
 
 

Slide 11 - Slide

Groupes de travail
BLEU
Exercice 18 p. 68

Herhaal APP 5 indien nodig en maak ex. 18 p. 68

Klaar? Je bent  mijn docent Frans. Bedenk hoe je mij het bezittelijk voornaamwoord zou kunnen uitleggen. 
Je kunt ervoor APP5 gebruiken maar ook exercice 16C p.64.


BLANC 
Exercice 22 A p. 69

Werk in duo.
Schrijf de dialoog op.
Speel het telefoongesprek. Dan wissel van rol. 
ROUGE
Exercice 22 B p. 70

Werk in duo.
Schrijf de dialoog op. 
Speel het gesprek. Dan wissel van rol. 



 
 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 16 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) organisation
A
sa
B
leurs
C
leur
D
son

Slide 17 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (onze) grands-parents
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 18 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 19 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) tantes
A
leurs
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 20 - Quiz

App 1 , 2 , 4

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link