- Suikerstofwisseling: omzetten glucose in glycogeen(reservebrandstof). Hierna zet de lever het overtollige suiker om in vetten.
- Eiwitstofwisseling: lever kan met verschillende aminozuren vele lichaamseigen eiwitten aanmaken.
- Vetstofwisseling: je gebruikt vetten als energiebron maar ook als bouwstenen voor celmembranen. De vitamines A, D, E en K zijn vet oplosbaar. Deze kunnen in het bloed alleen vervoerd worden door binding aan vetten