2v: grammar present perfect vs past simple

Welcome!
present perfect vs past simple
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!
present perfect vs past simple

Slide 1 - Slide

Lesson plan

  • Grammar: present perfect vs past simple
  • Practice (book & online)
  • Homework Wednesday

Slide 2 - Slide

What is past simple?

Slide 3 - Mind map

Past simple
verb + ed (or 2nd form irregular verbs) 

Finished actions in the past 

Signal words?
  • Yesterday 
  • in 1997
  • last month
  • last week (etc.) 

Slide 4 - Slide

Student's book 
                                                  4 p 145 correction 
a. I finished my work two days ago. [past simple]
I have finished my work. [present perfect]
In de eerste zin staat een verledentijdsbepaling, in de tweede zin is iets in het verleden 

Slide 5 - Slide

  4 p 145 correction 
b. Look, it has snowed! The streets are completely white. [present perfect]
It snowed yesterday so we stayed inside. [past simple]
In de eerste zin kun je de sneeuw zien; het resultaat is zichtbaar. In de tweede zin staat een verledentijdsbepaling.



Slide 6 - Slide

  4 p 145 correction 
c. She was very ill last month. I am glad she’s feeling better. [past simple]
She has been very ill for three weeks now. I hope she’ll feel
better soon [present perfect]
In de eerste zin is ze niet ziek meer, dat was in het verleden; er staat een verledentijdsbepaling. In de tweede zin is ze nog steeds ziek, al drie weken (for).

Slide 7 - Slide

  5 p 146 correction 
a. has lived / ’s lived
b. went
c. have cut / ’ve cut
d. has become / ’s become
e. invented
f. had
g. have lost / ’ve lost
h. has broken / ’s broken

Slide 8 - Slide

Present perfect
Have/has + past participle (voltooid deelwoord) 
(past participle = verb +ed OR 3rd form irregular verbs)

Wanneer gebruiken?
  1. als iets in het verleden is gebeurd en nu nog aan de gang is (je weet niet of het is afgelopen) 
  2. om te praten over ervaringen
  3. om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu een resultaat van merkt. 

Slide 9 - Slide

Signal words present perfect
For 
Yet
Never
Ever 
Just
Already
Since

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

1. I ________ (never/be) to Vienna

Slide 12 - Open question

2. My great great grandfather ________ (have) five sisters

Slide 13 - Open question

3. I _______ (read) six books last week.

Slide 14 - Open question

4. They ________ (write) three letters already

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Practice in book 
Student's book p. 147 ex. 6


Slide 17 - Slide

Practice in book 

.


Slide 18 - Slide

Student's book p. 147 ex. 6


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Homework Wednesday
workbook p. 148

ex. 7, 8  on paper &  10 in your book
Learn: gram + voc p 178

Slide 21 - Slide