week 2 les 2 zutphen

• anatomie, fysiologie en pathologie
• MBO
• Studiejaar 2

Hypofyse

Hormoon

Hormoon

Bloed

Een hormoonklier is een …1... en een speekselklier is een ...2...

1. 1 = endocriene klier 2 = exocriene klier
2. 1 = endocriene klier 2 = endocriene klier
3. 1 = exocriene klier 2 = endocriene klier
4. 1 = exocriene klier 2 = exocriene klier

..... regelen de werking van je organen

1. Hormonen
2. Bloed
3. Doelwitorgaan
4. Groeihormoon

Baarmoeder

Eileider

Eierstok

Urineblaas

Urinebuis

Vagina

.... vervoert je hormonen naar verschillende delen in het lichaam

1. Hormonen
2. Bloed
3. Doelwitorgaan
4. Groeihormoon

Het orgaan waar het hormoon invloed op heeft, heet ....

1. Hormonen
2. Bloed
3. Doelwitorgaan
4. Groeihormoon

Wat is geen hormoonklier?

1. Teelbal
2. Hypofyse
3. Lever
4. Alvleesklier

Organen die hormonen maken

Vervoert hormonen

Stoffen die berichten doorgeven aan organen

Een belangrijke hormoonklier

Hormoonklieren

Bloed

Hormonen

Hypofyse

Voorbeeld van een terugkoppeling

Wat is de functie van hormonen?

1. Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
2. Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
3. Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
4. Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Nog meer oefenen!

• hormoonklieren quiz  op anatomie-online 

Belangrijkste hormoonklieren

Hersenaanhangsel (Hypofyse) in combinatie met hypothalamus

Schildklier (glandula thyroidea)

Bijschildklieren (glandulae parathyroidea)

Alvleesklier (eilandjes van Langerhans in het pancreas)

Bijnieren (glandulae suprarenalis)

Geslachtsklieren (overia en testes)

Pijnappelklier (epifyse of het corpus pineale)

Hypofyse uitvergroot

Ligging hypofyse

pijnappelklier

• epifyse 
• ligt in de middenhersenen, zo groot als een erwt. 
• vooral belangrijk voor melatonine. Dag en nachtritme 

pijnappelklier = epifyse

Thyroxine in schildklier

stofwisseling cellen

geestelijke ontwikkeling

beenvorming tijdens groei

huidstructuur

lymfecirculatie

vervolg thyroxine

hoge productie= snel werkende schildklier-> geeft werkdrang nervositeit, hoge stofwisseling, versnelde hartslag

lage productie hormonen= traag werkende schildklier-> geeft lusteloosheid, vertraagde hartslag, oedeem, langzame motoriek 

Calcium 2+

Belangrijk voor

- bloedstolling

-spiersamentrekking

-impulsgeleiding zenuw

- signaalstof in de cel

calcium concentratie in het bloed moet gelijk blijven. geregeld door calcitonine uit de schildklier

Hoog calciumgehalte

- Schildklier geeft calcitonine af

- Botcellen halen calcium uit bloed

- Niercellen nemen minder calcium op uit voorurine

- Uiteindelijk daalt de calciumconcentratie weer tot de norm

Welk hormoon wordt gemaakt door de bijschildklier?

1. glucagon
2. parathormoon
3. calcitonine
4. progesteron

Laag calciumgehalte

- Bijschildklier scheidt parathormoon af (PTH)

- Calciumionen komen vrij uit de botten

- Niercellen neen meer calcium op uit voorurine

- Niercellen vormen vitamine D -> darmcellen nemen extra calcium op uit het voedsel

- Uiteindelijk stijgt het calciumgehalte in het bloed weer tot de norm