This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog?
Uitleg Spelling H6
Opdrachten maken bij Spelling H6
Slide 2 - Slide
Doel van deze les:
Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Slide 3 - Slide
Huiswerk
Woensdag 12 april:
Spelling H4: opdr. 1 t/m 4 + 8
Spelling H5: opdr. 1 t/m 3 + 7
Maandag 17 april:
Spelling H6: opdr 1 t/m 3 + 7
Slide 4 - Slide
Wanneer gebruik je hoofdletters en wanneer kleine letters?
Slide 5 - Mind map
Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Slide 6 - Mind map
Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters en leestekens. 1. ik vrees dat de brug zal instorten zei rob 2. mag ik het bord schoonvegen vroeg ze 3. laat me alsjeblieft binnen dacht mies
Slide 7 - Open question
Spelling H6: Aan elkaar of los
Samenstellingen worden in het Nederlands aan elkaar geschreven: schouder + tas = schoudertas
De volgende woorden schrijf je aan elkaar:
samenstellingen van drie woorden of minder: huissleutel, lagelonenlanden
woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar + voorzetsel: daarna, ervoor, hierover, waarom
Slide 8 - Slide
Aan elkaar of los?
A
maximumsnelheid
B
maximum snelheid
Slide 9 - Quiz
aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Spelling H6: Aan elkaar of los
getallen met honderd en duizend: vijftienduizend
vaak voorkomende samengestelde woorden: kapotmaken, pianospelen, thuiskomen, theezetten
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: dichtbevolkt, hooggelegen, pasgetrouwd, veelzeggend
Slide 12 - Slide
schrijf aan elkaar of los: examen klas / bureau blad/ heet water
Slide 13 - Open question
Waarom schrijf je 'schoudertas' aan elkaar, maar 'fantastische tas' los?
Slide 14 - Open question
Aan de slag!
Maak Spelling H6 (hoofdletters en aanhalingstekens): opdr. 1 t/m 3 + 7