Longen en gaswisseling 1.2 en 1.3

1.2 1.3 longen en gaswisseling
Lesprogramma

wat is verbranding
Welke organen zijn belangrijk bij verbranding




1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 1.3 longen en gaswisseling
Lesprogramma

wat is verbranding
Welke organen zijn belangrijk bij verbranding




Slide 1 - Slide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
Herhaling
Schrijf op:
Welke organen heb je nodig voor verbranding in de cel
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Verbranding in organismen
Longen =  zuurstof en koolstofdioxide 
darmen = brandstof
bloed = vervoer brandstof en zuurstof

Slide 3 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Periode planner
Week
1
2
3
4
5
6
7
lesdoel
Week
8
9
10
11
12
lesdoel

Slide 4 - Slide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
Verbranding in een cel en een organisme snappen

Je benoemt bouw en functie van organen betrokken bij bloedsomloop, ademhaling en spijsvertering.

Begrippen
bouw (neusholte, mondholte, keelholte, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, slijmvlies, trilharen, huig, strotklepje, kraakbeenringen) functie (neusholte, mondholte, keelholte, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, slijmvlies, trilharen, huig, strotklepje, kraakbeenringen) gaswisseling

Huiswerk: 
T1.2 opdracht 1 t/m 4
T1.3 Opdracht 1 t/m 4
 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel
  1. Tegenhouden stof
  2. Vochtig en warm maken lucht
  3. Keuren van lucht

Slide 6 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ademhalingsstelsel: de organen
Mondholte/neusholte
keelholte
luchtpijp
bronchien
luchtpijptakjes
longblaasjes

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel
  • Lucht gaat via luchtpijp, bronchiën en bronchioli naar longblaasjes.
  • Gaswisseling gebeurt in longblaasjes, waar bloed zuurstof opneemt en koolstofdioxide afgeeft.
  • Bloed transporteert opgenomen zuurstof naar weefsels.
  • In weefsels geeft bloed zuurstof af, die door cellen wordt gebruikt voor glucoseverbranding.
  • Verbranding produceert koolstofdioxide, dat door bloed wordt opgenomen en naar longen vervoerd.
  • In longen wordt koolstofdioxide uit het bloed afgestaan en zuurstof opgenomen voor herhaling van proces.

Slide 10 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Een aantal stappen tijdens de inademing van een mens:
1) De borstholte wordt groter
2) Lucht stroomt de longen in
3) De inhoud van de longen wordt groter
4) De ribben bewegen omhoog en de borstkast gaat iets naar voren
Welke volgorde is juist?
A
4 2 1 3
B
4 1 3 2
C
1 4 3 2
D
1 4 2 3

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
Verbranding in een cel en een organisme snappen

Je benoemt bouw en functie van organen betrokken bij bloedsomloop, ademhaling en spijsvertering.

Begrippen
bouw (neusholte, mondholte, keelholte, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, slijmvlies, trilharen, huig, strotklepje, kraakbeenringen) functie (neusholte, mondholte, keelholte, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, slijmvlies, trilharen, huig, strotklepje, kraakbeenringen) gaswisseling

Huiswerk: 
T1.2 opdracht 1 t/m 4
T1.3 Opdracht 1 t/m 4
 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions