2kgt 5.3 Lezen

5.3 Lezen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.3 Lezen

Slide 1 - Slide

IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
  • de functies van inleiding en slot herkennen;
  • een samenvatting maken met kernzinnen.

Slide 2 - Slide

inleiding
kern
slot
Hier wordt de tekst afgerond.
Hier wordt kort het onderwerp genoemd.
Hier staat meer informatie over het onderwerp.

Slide 3 - Drag question

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 4 - Mind map

In welk deel staat de minder belangrijke informatie in een alinea?

Slide 5 - Mind map

Opdracht 2 en 3 (p. 107-108)
Lees tekst 1 en 2
We maken samen opdracht 2 en 3

Slide 6 - Slide

Functies van de inleiding
Een tekst heeft altijd een inleiding, de eerste alinea. In de inleiding noemt de schrijver altijd het onderwerp van de tekst. Daarnaast trekt hij de aandacht van de lezer, zodat die nieuwsgierig wordt naar de rest van de tekst.

Slide 7 - Slide

De schrijver trekt aandacht door:
  • kort zijn mening te geven; hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar de argumenten bij de mening;
  • een vraag te stellen: hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag.

Slide 8 - Slide

Functies van het slot
Het slot van een tekst is de laatste alinea. Hierin rondt de schrijver de tekst af. Hij kan dat op verschillende manieren doen:
  • samenvatten;
  • conclusie geven;
  • antwoord geven op de vraag uit de inleiding.

Slide 9 - Slide

Let op!
Niet elke tekst heeft een slot. Een nieuwsbericht op een website of in een krant heeft meestal alleen een inleiding en een kern.

Slide 10 - Slide

Uit welke tekstdelen bestaat een tekst in elk geval?
A
inleiding, kern en slot
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
kern en slot

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Samenvatten met kernzinnen
In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. Dat kan makkelijk door alle kernzinnen van de belangrijkste alinea's na elkaar te zetten. Een kernzin is namelijk een mini-samenvatting van de alinea.

Slide 13 - Slide

Doe het zo:
  • Bepaal welke alinea's belangrijke informatie bevatten.
  • Onderstreep de kernzin van die alinea's.
  • Heeft een belangrijke alinea geen duidelijke kernzin? Formuleer die dan zelf.
  • Schrijf alle kernzinnen achter elkaar.
  • Pas de kernzinnen wat aan, zodat de inhoud goed op elkaar aansluit.

Slide 14 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 5, 6, 
(7 voor tl) 
8 t/m 12) 
(p. 109 - 113)

Slide 15 - Slide