Mavo3 09.02.2022 2e les

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

• Wiederholung (5min)
  
• Selbstständig Arbeiten (15min)
  
• Lesen (15min)
• Planen (5min)
  
• Reflektieren (5min)

• Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de derde en de vierde naamval toepassen.
• Je kunt eenvoudige teksten over evenementen begrijpen.
  

Wiederholung Lernziel

Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de derde en de vierde naamval toepassen.

DEUTSCH 

Mavo 3

1. Setz dich hin
   
2. Nimm deinen Laptop
   
3. 
   

Wiederholung

Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de derde en de vierde naamval toepassen.

Keuze uit: 

• werkboek Kapitel 3 en 4
  

of

• Stempelaufgaben
• Slim stampen 3+4
• extra uitleg nodig? Geef het aan!
  

Keuze uit: 

• werkboek Kapitel 3 en 4
  

of

• Stempelaufgaben
• Slim stampen 3+4
• extra uitleg nodig? Geef het aan!
  

Lesen

Spielverlauf

We gaan twee bijna identieke verhalen met elkaar vergelijken. De klas wordt verdeeld in groep I en II. Voor de klas staan twee tafeltjes klaar met op het ene tafeltje versie A van het verhaal en op het andere tafeltje versie B van het verhaal. Groep I leest versie 1, groep II leest versie B.

Deel 1 van de les

Op het teken van de docent gaat van elk groepje één leerling naar het tafeltje. De leerling leest gedurende één minuut een deel van het verhaal. Na een minuut geeft de docent een signaal. De leerlingen zetten een streep in het verhaal waar ze gebleven zijn en gaan terug naar hun groepje. Ze vertellen hetgeen ze gelezen hebben aan hun groepje, ook weer gedurende één minuut. Daarna gaat een tweede leerling van het groepje naar het leestafeltje en leest vanaf de streep verder, ook weer gedurende één minuut. Zo gaat het door, tot het verhaal uit is.

Deel 2 van de les

Nu worden er tweetallen gemaakt. Een leerling A wordt aan een leerling B gekoppeld. De leerlingen krijgen te horen dat er vijf verschillen tussen de twee verhalen zijn. Vervolgens vertellen de leerlingen hun verhaal aan elkaar en proberen de verschillen te ontdekken tussen de twee verhalen.

• Je kent de vervoegingen van de werkwoorden wollen, wissen, können, dürfen und müssen in de verleden tijd.
  
• Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de derde en de vierde naamval toepassen.

Leestoets

Toets Kapitel 3+4 (SE-week)

Reflektieren

Schrijf op een blaadje en lever in!

• Wat heb je gedaan vandaag? 
• Wat is het beste gelukt?
  
• Wat had je beter kunnen doen?
• Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?