Les over 3.4 - donderdag 15 december

3.4 - Verkiezingen 

Doelen:
  • Je hebt de stof van 3.1 t/m 3.3 opgehaald
  • Je begrijpt hoe ons kiesstelsel werkt, hoe verkiezingen eruit zien en wat er gebeurt na de verkiezingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 - Verkiezingen 

Doelen:
  • Je hebt de stof van 3.1 t/m 3.3 opgehaald
  • Je begrijpt hoe ons kiesstelsel werkt, hoe verkiezingen eruit zien en wat er gebeurt na de verkiezingen

Slide 1 - Slide

Het referendum is een voorbeeld van...
A
representatieve democratie
B
indirecte zeggenschap
C
directe democratie
D
een politiek grondrecht

Slide 2 - Quiz

Het volgende is geen kenmerk van een democratie:
A
Er is individuele vrijheid
B
Er is een constitutionele monarchie
C
Er is persvrijheid
D
Er is onafhankelijke rechtspraak

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar? Nederlanders vanaf achttien jaar hebben het recht om te stemmen en verkozen te worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

A: Frankrijk heeft een presidentieel stelsel. B: In een autoritair regime zijn de drie machten niet gescheiden
A
A en B zijn beiden waar
B
A is waar, B is niet waar
C
A is niet waar, B is waar
D
A en B zijn beiden niet waar

Slide 5 - Quiz

Bij indoctrinatie...
A
... zijn er verschillende denkwijzen
B
... krijgt de bevolking één beeld te horen
C
... moeten mensen verplicht stemmen
D
... moet je een bepaalde godsdienst hebben

Slide 6 - Quiz

Deze term hoort het minst bij liberalisme:
A
Markteconomie
B
Rechts
C
Verantwoordelijkheid
D
Solidariteit

Slide 7 - Quiz

Deze term hoort het meest bij socialisme:
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Tolerantie
D
Rentmeesterschap

Slide 8 - Quiz

De stroming die vindt dat de mens onderdeel is van een groter systeem, heet:
A
Idealisme
B
Populisme
C
Ecologisme
D
Socialisme

Slide 9 - Quiz

Het tegenoverstelde van progressief is...
A
Rechts
B
Kosmopolitisch
C
Nationalistisch
D
Conservatief

Slide 10 - Quiz

Het volgende is geen functie van een politieke partij:
A
Articulatie
B
Selectie van kandidaten
C
Decentralisatie
D
Participatie

Slide 11 - Quiz

De zwevende kiezer...
A
... maakt op het laatste moment een keuze
B
... is geen lid van een politieke partij
C
... zit in het politieke midden
D
... kiest altijd voor een linkse partij

Slide 12 - Quiz

Uitleg 3.4

Slide 13 - Slide

Tot slot
  • Vergeet mediadossier 11 niet
  • Volgende week geen mediadossier, week na vakantie weer wel
  • Huiswerk voor morgen: bestudeer 3.5
  • Alvast voor les volgende week vrijdag: ik ben tien minuten later en zorg voor een opstartopdracht

Slide 14 - Slide