de oscilloscoop

Bij deze les heb je het volgende nodig:
  • schrift en pen
  • rekenmachine
  • telefoon
  • binas !!!!
  • leerboek hoofdstuk 5
De oscilloscoop
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bij deze les heb je het volgende nodig:
  • schrift en pen
  • rekenmachine
  • telefoon
  • binas !!!!
  • leerboek hoofdstuk 5
De oscilloscoop

Slide 1 - Slide

Starter for ten
Bereken de frequentie als de trillingstijd 0,5 ms is

timer
2:00
reken eerst de tijd om naar seconde.
0,5 ms betekent 0,5 milli seconde
kilo - hecto - deca - ..... - deci - centi - milli
je moet 3 stapjes doen naar seconde en het getal moet steeds kleiner worden (stapjes naar links is delen door 10)
0,5 => 0,05 => 0,005 = 0,0005 s

Slide 2 - Slide

Voor de thuiswerkers:
Noteer hier je antwoordzin

Slide 3 - Open question

Starter for ten (uitwerking)
formule:
f = 1: T
vraag: frequentie  f = ?
gegevens:
T = 0,5 ms = 0,000 5 s (zie tip)
f = 1 : 0,000 5
f = 2000 Hz

Slide 4 - Slide

Doelen: 
  • weten wat een oscilloscoop is
  • weten hoe je een oscilloscoop afleest en gebruikt
  • de trillingstijd uitrekenen met een oscilloscoop
  • de frequentie uitrekenen met een oscilloscoop

Slide 5 - Slide

Voorkennis
geluid kun je zien als een golf. De termen die je moet kennen zijn: 
  • periode
  • golflengte 
  • frequentie (f in Hz)
  • trillingstijd (T in s)
  • amplitude

Slide 6 - Slide

Voorkennis
  • De trillingstijd is de tijd (in seconde) die nodig is voor 1 trilling
  • de frequentie is hoeveel trilleningen er in 1 seconde passen
  • de frequentie en de trillingstijd zijn omgekeerd evenredig

Slide 7 - Slide

Voorkennis
De toonhoogte wordt weergegeven met de frequentie, hoe groter de frequentie des te hoger is de toon.

Slide 8 - Slide

Wat is het bereik van het menselijke gehoor
A
2 Hz t/m 2 000 Hz
B
20 Hz t/m 2 000 Hz
C
20 Hz t/m 20 000 Hz
D
200 Hz t/m 200 000 Hz

Slide 9 - Quiz

Wat is ultrasoon geluid
A
geluid lager dan 20 Hz
B
geluid tussen de 20 Hz en de 20 000 Hz
C
geluid hoger dan 20 Hz
D
geluid hoger dan 20 000 Hz

Slide 10 - Quiz

De oscilloscoop (twee keer sc, dubbel l, dubbel o en nog meer o's)
De oscilloscoop is een apparaat waarmee je geluid kunt weergeven als een golf.
Hierdoor kun je de toonhoogte en de geluidsterkte berekenen

Slide 11 - Slide

Wat meet de oscilloscoop
Omdat de oscilloscoop de golf in een raster (rooster) weergeeft kunnen we kijken wat de tijd is die een golf nodig heeft (dus de trillingstijd).

De tijd van 1 hokje moet gegeven zijn, dit noemen we de tijdbasis met de eenheid s/div of ms/div

Slide 12 - Slide

Wat meet de oscilloscoop
Hiernaast kun je aflezen bij de tijdbasis dat deze 10 ms/div is.

Dus ieder hokje (opzij) is 10 ms (10 milli seconde)

Als je gaat rekenen moet je hier nog wel seconde van maken 
(dus 3 stapjes = 10 => 1 =>  0,1 = 0,01 s)


Slide 13 - Slide

Wat meet de oscilloscoop
Het tweede wat je gaat doen is kijken hoeveel hokjes 1 golflengte nodig heeft.

Dit gaat beter als je meer golfjes neemt
Hiernaast staan 3,5 golfjes in 10 hokjes.

1 golfje heeft dus (10 : 3,5) 2,86 hokjes nodig

De trillingstijd is 2,86 x 0,01 = 0,0286 s


Slide 14 - Slide

De frequentie
De frequentie (dus de toonhoogte) kun je nu uitrekenen met de formule :



f=T1

Slide 15 - Slide

samengevat (frequentie berekenen met een oscilloscoop opname)
  • Kijk naar de tijdbasis hoelang 1 hokje duurt in seconde (ms --> s)
  • Tel hoeveel hokjes er nodig zijn voor 1 golf
  • Bereken de Trillingstijd (hokjes x tijd van 1 hokje)
  • Bereken de frequentie (f = 1:T)

Slide 16 - Slide

Bereken de frequentie
Neem je schrift er bij en ga de frequentie berekenen van het oscilloscoop beeld 

De tijdbasis staat ingesteld op 0,04 ms/div.

Kunnen wij mensen dit geluid horen?

Slide 17 - Slide

Wat is de trillingstijd bij de vorige vraag?

Slide 18 - Open question

Wat is de frequentie bij de vorige vraag?

Slide 19 - Open question

kunnen wij dit geluid horen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Huiswerk

5.1 vandaag en 5.2 van morgen in het leerhuis.



Huiswerk voor woensdag (afhebben)
maken paragraaf 5.2 test je zelf (digitaal)

Slide 21 - Slide