This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Vandaag:
Herhaling gewrichten
Uitleg over bewegen (bladzijde 33)
Opdrachten paragraaf 4.4 maken
Slide 1 - Slide
Kun je een voorbeeld van een scharniergewricht opnoemen?
Slide 2 - Open question
Kun je een voorbeeld van een kogelgewricht opnoemen?
Slide 3 - Open question
Wat houdt de twee botten in een gewricht bij elkaar?
A
Kapselband
B
Gewrichtskapsel
C
Gewrichtssmeer
D
Kraakbeen
Slide 4 - Quiz
Welk gewricht kan de meeste bewegingen maken?
A
Rolgewricht
B
Kogelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Kraakbeenverbinding
Slide 5 - Quiz
Kan je altijd zelf bepalen of je spieren kan bewegen? Kan je voorbeelden noemen?
Slide 6 - Mind map
Vandaag
Vandaag gaan we leren:
Wat de werking van de spieren is.
Wat bewuste en onbewuste spierbewegingen zijn.
Wat antagonisten zijn.
Slide 7 - Slide
Bewegen
Slide 8 - Slide
Spierstelsel
Om te bewegen gebruiken we niet allen gewrichten, maar hebben we ook spieren nodig. Spieren bestaan uit weefsel die gemakkelijk uit kunnen rekken en in elkaar kunnen krimpen, net als een elastiek.
Spieren die we gebruiken om te bewegen zitten met pezen vast aan ons bot.
Slide 9 - Slide
Antagonisten
Spieren kunnen uit zichzelf alleen maar trekken, en niet duwen. Daarom zijn er voor alle bewegingen 2 spieren nodig: een trekspier en een strekspier. Dit worden antagonisten van elkaar genoemd.
Slide 10 - Slide
Huiswerk voor volgende les
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.4 op bladzijde 40. Hier hebben jullie een kwartier voor.
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Energie
Om spieren aan te spannen heb je energie nodig. Dit kan door normale verbranding, maar dit is traag en heb je veel energie voor nodig. Snelle verbranding is ook nodig, maar bij dit proces komt melkzuur vrij, je spieren verzuren dan.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Rood spierweefsel
Langzaam, maar houdt het lang vol
Wit spierweefsel
Snel, maar snel moe
Slide 14 - Slide
Huiswerk voor volgende les
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.4 op bladzijde 40. De groene opdrachten moeten ook. Je hebt hier nog tot het einde van de les de tijd voor.