What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Possessive pronouns and Present continuous
Welcome to today's English lesson!
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welcome to today's English lesson!
Slide 1 - Slide
Possessive pronouns: gebruik
This is
my
favourite book.
The book is
mine
.
Wat is de vertaling van zin 1?
Wat is de vertaling van zin 2?
Slide 2 - Slide
Possessive pronouns: gebruik
This is
my
favourite book.
The book is
mine
.
Wat is de vertaling van zin 1?
--> Dit is
mijn
favourite boek.
Wat is de vertaling van zin 2?
Slide 3 - Slide
Possessive pronouns: gebruik
This is
my
favourite book.
The book is
mine
.
Wat is de vertaling van zin 1?
--> Dit is
mijn
favourite boek.
Wat is de vertaling van zin 2?
--> Het boek is
van mij
.
Slide 4 - Slide
Possessive pronouns: vorm
Possessive pronouns:
bezit
telijke voornaamwoorden
Je gebruikt deze om aan te geven dat iets een
bezit
is.
Slide 5 - Slide
Possessive pronouns
my
mijn
You are
my
friend
Jij bent
mijn
vriend
your
jouw
I like
your
phone
Ik vind
jouw
telefoon leuk
his
zijn
His
sister is sweet
Zijn
zus is lief
her
haar
She pets
her
cat
Zij aait
haar
kat
its
zijn of haar (van dingen en dieren)
The cat licks
its
tail
De kat likte
zijn
/
haar
staart
our
ons / onze
We like
our
school
We vinden
onze
school leuk
your
jullie
I hate
your
ringtones
Ik haat
jullie
ringtones
their
hun
They read their books
Zij lezen
hun
boeken
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
NIET
it's
Slide 8 - Slide
+ s
Slide 9 - Slide
hetzelfde
Slide 10 - Slide
anders
Slide 11 - Slide
Use the correct possessive pronoun:
Is this ... umbrella?
A
your
B
yours
C
hers
D
them
Slide 12 - Quiz
Choose the correct possessive pronoun.
_____ teacher is very funny. (onze)
A
its
B
your
C
their
D
our
Slide 13 - Quiz
Choose the correct possessive pronoun
Jack and Jane are from France. Nicole is ________ mother
A
their
B
our
C
my
D
her
Slide 14 - Quiz
Choose the correct possessive pronoun
You see that car over there? That one is _____
A
our
B
mine
C
your
D
my
Slide 15 - Quiz
Pick the right possessive pronoun:
The dog is on .. leash.
A
his
B
her
C
its
D
they
Slide 16 - Quiz
Possessive pronouns:
... (hun) house is over there.
A
their
B
theirs
C
they
D
them
Slide 17 - Quiz
Choose the correct possessive pronoun
Is this jacket _____ ?
A
its
B
your
C
yours
D
my
Slide 18 - Quiz
Translate: Het is van haar.
Slide 19 - Open question
Present Continuous
Today
we are learning
grammar
Onderwerp +vorm van to be + ww+ing
Slide 20 - Slide
Wanneer gebruik je de present continuous?
- Als iets nu aan de gang is.
- Dat iemand nu iets aan het doen is.
Slide 21 - Slide
present continuous
I am doing the dishes.
I = onderwerp
werkwoord to be = am
hele ww + ing = doing
Slide 22 - Slide
Let op soms verandert de spelling als je
ing
toevoegt
Bij een werkwoord dat eindigt op -e
bijv. bij bake en make valt de -e weg
I am baking
he is making
Slide 23 - Slide
Let op soms verandert de spelling als je
ing
toevoegt
Bij een werkwoord dat eindigt op -e
bijv. bij bake en make valt de -e weg
I am baking
he is making
Slide 24 - Slide
Let op soms verandert de spelling als je
ing
toevoegt
Bij werkwoorden van een lettergreep met een korte klinker
zoals:
stop, sit, run
en
chat
wordt de medeklinker verdubbeld om de klank te behouden ---------->
stopping, sitting, running, chatting.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Je gebruikt de Present Continuous om aan te geven dat .....
A
je iets van plan bent te gaan doen
B
iets al gebeurd is
C
iets nu aan de gang is
D
iets net afgerond is
Slide 27 - Quiz
Hoe maak je de Present Continuous?
A
een vorm van 'to be' + going to
B
een vorm van 'to be' + hele werkwoord
C
een vorm van 'to be' + going to + hele werkwoord
D
een vorm van 'to be' + werkwoord + ing
Slide 28 - Quiz
Choose the Present Continuous.
Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining
Slide 29 - Quiz
Choose the Present Continuous.
When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave
Slide 30 - Quiz
How many times do I have to tell you? Even when you ................... you are beautiful too. (cry)
4. the man is looking at a mine.
Slide 31 - Open question
Bij welke woorden moet je de Present Continuous gebruiken?
Let op meerdere antwoorden mogelijk!
A
At the moment
B
Every Saturday
C
Now!
D
Often
Slide 32 - Quiz
The End
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Possessive pronouns
March 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Klassikale les Possessive pronouns
February 2024
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive pronouns
February 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive pronouns 1H
September 2024
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive pronouns 1F
September 2024
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive pronouns
September 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive pronouns
January 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 39 S15 les 2
September 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1