This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H2.4 hoe gebruik je de volgende transportmiddelen?
Slide 1 - Slide
Steekwagen
Een steekwagen is een kleine wagen met twee wielen en een ‘klep’ waarop je goederen zet.
Slide 2 - Slide
Rolcontainer
Een rolcontainer is een hoge wagen waarmee je een grote hoeveelheid goederen in één keer kunt vervoeren.
Slide 3 - Slide
Dolly
Een dolly is een plaat op wielen. Soms is er een plank op vastgemaakt. Er passen bijvoorbeeld kratten op.
Slide 4 - Slide
Tafelwagen
Een tafelwagen heeft een laadvlak waarop je dozen stapelt. Meestal heeft de wagen twee vaste en twee zwenkwielen. Met die zwenkwielen kun je makkelijk sturen.
Slide 5 - Slide
H2.4 hoe gebruik je de volgende transportmiddelen?
Wat zijn transportmiddelen?
Slide 6 - Slide
Heffend transportmiddel
niet-heffend transportmiddel
Slide 7 - Slide
Vraag: je moet een colli boven in de stelling plaatsen. Gebruik je heffen of niet heffend transportmiddel?
Slide 8 - Slide
Vaste transportmiddelen: Transporteurs
Waar vind je bandtransporteurs nog meer behalve in het magazijn?
Slide 9 - Slide
Robots en automatisering
Wat is het voordeel van robots en automatisering?
Slide 10 - Slide
Onderhoud en parkeren
Als je het transportmiddel niet gebruikt, zet je het terug op de vaste plek. Waarom?
Slide 11 - Slide
Schoonmaken
Als je een transport-middel wegzet zorg je dat deze schoon is
Slide 12 - Slide
Onderhoud
Check of alles werkt, als een transportmiddel kapot gaat, kun je het niet gebruiken!!
Slide 13 - Slide
Reparatie
Sommige transportmiddelen kun je zelf repareren, maar bijvoorbeeld een heftruck of transportband niet!!
Slide 14 - Slide
Wat is het verschil tussen een handmatig en een automatisch transportmiddel?
A
Een handmatig transportmiddel heeft een motor, een automatisch transportmiddel niet
B
Een handmatig transportmiddel wordt bediend met spierkracht, een automatisch transportmiddel heeft een motor
C
Een handmatig transportmiddel heeft meer onderhoud nodig dan een automatisch transportmiddel
D
Een handmatig transportmiddel wordt altijd binnen gebruikt, een automatisch altijd buiten
Slide 15 - Quiz
Welk transportmiddel gebruik je als je zware dozen hoog in een stelling moet plaatsen?
A
Dolly
B
Steekwagen
C
Heftruck
D
Bandtransporteur
Slide 16 - Quiz
Waarvoor wordt een transporteur in een magazijn gebruikt?
A
Om goederen in de hoogte te verplaatsen
B
Om goederen van de ene kant van het magazijn naar de andere te verplaatsen zonder te rijden
C
Om goederen te verpakken en labelen
D
Om goederen buiten het magazijn te vervoeren
Slide 17 - Quiz
Wat moet je doen nadat je een elektrische pompwagen hebt gebruikt?
A
Parkeren op een vaste plek en opladen in de acculaadruimte
B
Terugzetten in de stelling
C
Schoonmaken en weer gebruiken
Slide 18 - Quiz
Wat moet je doen aan het eind van de dag nadat je een elektrische pompwagen hebt gebruikt?
A
Parkeren op een vaste plek en opladen in de acculaadruimte
B
Terugzetten bij de stelling
C
Schoonmaken en weer gebruiken
D
Naar een andere afdeling brengen
Slide 19 - Quiz
Waarom is onderhoud belangrijk voor transportmiddelen met een motor?
A
Om ze altijd buiten het magazijn te kunnen gebruiken
B
Om de wielen goed te laten rollen
C
Omdat ze er dan netjes uit zien
D
Om te controleren of de knopjes werken en de remmen goed zijn