This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Middeleeuwen -
afronding tijdvak 3 en 4
Slide 1 - Slide
Ronde 1: begrippenkennis
Slide 2 - Slide
Een agrarisch-urbane samenleving is...
A
Een maatschappijvorm waarin de meeste mensen werkzaam zijn in de landbouw, maar waar ook steden zijn, waarin veel mensen hun brood verdienen als ambachtsman of handelaar
B
Een maatschappijvorm waarin weinig mensen werkzaam zijn in de landbouw, waar veel steden zijn, waarin veel mensen hun brood verdienen als ambachtsman of handelaar
C
Een maatschappijvorm waarin iedereen werkzaam is de landbouw, gericht op zelfvoorzienendheid
D
Een maatschappijvorm waarin de meeste mensen werkzaam zijn in de landbouw, met als doel zoveel mogelijk oogst te verkopen.
Slide 3 - Quiz
Autarkie is gericht op...
A
politiek
B
sociaal-cultureel
C
religie
D
economie
Slide 4 - Quiz
Een economisch systeem waarin min of meer autarkische domeinen centraal staan noemen we ook wel...
A
feodale stelsel
B
domeinstelsel
C
belastingstelsel
D
horigheidstelsel
Slide 5 - Quiz
Halfvrije boer die recht heeft op zijn grond, maar het domein niet mag verlaten zonder toestemming van zijn heer noemen we...
A
vrije boer
B
lijfeigene
C
heer
D
horige
Slide 6 - Quiz
De belangrijkste groep bewoners van een stad, de mensen die het burgerrecht hebben
A
regenten
B
patriciërs
C
edelen
D
burgerij
Slide 7 - Quiz
De gedachte dat de wereld bestaat uit een geestelijke en een wereldlijke machtssfeer noemen we...
A
tweezwaardenleer
B
investituurstrijd
C
schenking van Constantijn
D
de trinitas
Slide 8 - Quiz
Een vergadering van vertegenwoordigers van de geestelijkheid, adel en burgerij die advies uitbrengen aan de koning noemen we...
A
standen
B
feodalisme
C
parlement
D
westers schisma
Slide 9 - Quiz
Ronde 2: kenmerkende aspecten
Slide 10 - Slide
Zet de KA's in het juiste tijdvak
TIJDVAK 3
TIJDVAK 4
de verspreiding van het christendom in geheel Europa
de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
het begin van staatsvorming en centralisatie
het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
het ontstaan en de verspreiding van de islam
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden