This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 1 - Slide
Chemische reacties
Slide 2 - Mind map
Lesdoelen (ANTWOORD GRAAG VIA TEAMS EINDE LES)
Aan het einde van de les kan ik:
- Het verschil benoemen tussen een ontleden en een verbranding
- Benoemen waaruit organische stoffen bestaan
- zeven reactieverschijnselen benoemen
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 3 - Slide
Stoffen verhitten
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 4 - Slide
Reactieverschijnselen
Bij een chemische reactie:
Verdwijnen beginstoffen en ontstaan er reactieproducten.
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 5 - Slide
Wat zie, hoor, voel, merk ik als ik eten laat aanbranden
Slide 6 - Mind map
Reactieverschijnselen
Reactieverschijnselen zijn verschijnselen die je kunt waarnemen bij een chemische reactie
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
7 reactieverschijnselen
Er zijn zeven reactieverschijnselen:
1. Verandering van kleur;
2. Verandering van geur;
3. Verandering van smaak;
4. Warmte;
5. Rook;
6. Vlammen;
7. Licht.
Slide 7 - Slide
Stoffen verhitten
Wat is mijn beginstof?
Wat is mijn product
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 8 - Slide
Organische stoffen
Organische stoffen zijn stoffen die sowieso uit koolstof en uit waterstof bestaan:
Reactieschema:
Organische stof (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Slide 9 - Slide
Ontleding
één beginstof --> twee of meer reactieproducten
Verbranding
brandstof + zuurstof --> verbrandingsproducten
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Voorbeeld
Bij de verbranding van methaan ontstaan de producten water en koolstofdioxide.
Voorbeeld
Ammoniumnitraat is een grondstof voor kunstmest. Als je de stof verhit, ontstaat er bij een temperatuur van 170 graden Celcius salpeterzuur en ammoniak
Slide 10 - Slide
Lesdoelen (Antwoord via teams)
HW: 3 t/m 6, 10, 11 en 15
Als het goed is kan ik nu:
- Het verschil benoemen tussen een ontleden en een verbranding