Aardrijkskunde - Vulkanen

Aardrijkskunde - Vulkanen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde - Vulkanen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al
van vulkanen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Aan het eind van de les weet je:
- hoe de aarde is opgebouwd;
- wat aardplaten zijn en hoe ze bewegen;
- welke soorten vulkanen er zijn;
- hoe een stratovulkaan ontstaat.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

De aarde bestaat uit meerdere lagen.

De buitenste laag kan je vergelijken met de schil van een appel. Dat heet de aardkorst. Dit is de laag waar zij op lopen.

Daaronder zit een vloeibare laag, dat is de aardmantel, hier stroomt half-vloeibaar steen. Dit wordt magma genoemd.
Het heet pas lava als het buiten de aardmantel komt.

Nog een laag verder naar binnen is de buitenste kern. Deze verschilt in de samenstelling van de aardmantel en is vloeibaar.

Het binnenste van de aarde het de binnenste kern. Hier is het niet te bevatten zo heet en het is hier vast. Het is dus niet vloeibaar zoals bij de buitenste kern en de mantel.

Bron: https://www.storyboardthat.com/nl/lesson-plans/structuur-van-de-aarde/label-diagram

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Aardplaten, ook wel tektonische platen genoemd, zijn grote stukken aardkorst die los van elkaar kunnen bewegen.

Er zijn drie soorten bewegingen van aardplaten.
Naar elkaar toe - convergent
Van elkaar af - divergent
Langs elkaar - transform
Uitbeelden met handen

Slide 7 - Slide

Als het gaat over soorten vulkanen, worden er vaak vier onderscheden.

Ten eerste de stratovulkaan (linksboven). Deze wordt gekenmerkt door zijn hoogte en de zeer explosieve uitbarstingen.

Ten tweede bestaat de spleetvulkaan (rechtsboven). Deze wordt gekenmerkt door een open gleuf in de aardkorst. Als deze uitbarst is het zeer effusief (niet-explosief).

Linksonder is de schildvulkaan te zien. Deze wordt gekenmerkt door een heuvel/lage berg. De uitbarstingen zijn vaak effusief (niet-explosief).

De laatste soort vulkaan in dit rijtje is rechtsonder te zien. Dit is een Caldera vulkaan. Deze soort kenmerkt zich door de grote krater die zich vaak vult met water.
Stratovulkaan
Denk na:
Waarom is een stratovulkaan zo hoog?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Het magma dat ontstaat in de mantel is ontzettend stroperig.
Als de vulkaan uitbarst, kan de lava niet zo ver wegvloeien voordat het stolt.

Voorbeeld met stroop.

Als zich dit maar vaak genoeg herhaalt, wordt de vulkaan steeds groter.

----

Zoals al eerder gezegd gaat niet alleen het gesteente de mantel in, maar ook alles op de zeebodem. Hierdoor ontstaat gas. Dit zorgt ervoor dat er enorm veel druk wordt opgebouwd en de vulkaan uiteindelijk als het ware ontploft.

Voorbeeld met ballon en pompje

---

We gaan nu weer hetzelfde stukje van het filmpje kijken. Probeer voor jezelf te kijken wat je van mijn verhaal ook ziet in het filmpje.

Slide 10 - Video

Vanaf 2:25
QUIZ
Ga naar:
lessonup.app
----
Vul de code linksonder in beeld in
----
Gelukt?
Blijf rustig en wacht totdat iedereen zover is
 

Slide 11 - Slide

Op deze afbeelding is te zien dat een oceanische plaat op een continentale / landplaat op elkaar duwen.
De oceanische plaat is dunner en zal dus onder de landplaat duiken. 
De plaat komt dan in de aardmantel terecht.

Zoals we al eerder geleerd hebben is het gesteente daar vloeibaar. De oceanische plaat is (onder andere) van steen en zal daar dus ook smelten.

MAAR: Het is natuurlijk niet enkel het gesteente dat de mantel in schiet. Ook alles wat op de zeebodem ligt en een flinke slok zout water gaat mee. 
Hierdoor wordt het magma ontzettend stroperig.
Hoe heet de aardlaag waar het magma zit?

A. Binnenste kern
B. Buitenste kern
C. Aardmantel
D. Aardkorst

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de aardlaag waar het magma zit?
A
Binnenste kern
B
Buitenste kern
C
Aardmantel
D
Aardkorst

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen:

A. naar elkaar toe
B. van elkaar af
C. langs elkaar heen
D. onder elkaar door

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen:
A
naar elkaar toe
B
van elkaar af
C
langs elkaar heen
D
onder elkaar door

Slide 15 - Quiz

Bij een convergente plaatbeweging gaan de platen inderdaad naar elkaar toe. 
Maar zoals we geleerd hebben, kan dat er ook voor zorgen dat de ene plaat onder de andere schiet. 
Zowel A als D is juist.
Welke vulkaan is een hoge berg?

A. stratovulkaan
B. spleetvulkaan
C. schildvulkaan
D. caldera vulkaan

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke vulkaan is een hoge berg?
A
Stratovulkaan
B
Spleetvulkaan
C
Schildvulkaan
D
Caldera vulkaan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen vulkaan?

A. stratovulkaan
B. spleetvulkaan
C. schildvulkaan
D. komvulkaan

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen vulkaan?
A
Stratovulkaan
B
Spleetvulkaan
C
Schildvulkaan
D
Komvulkaan

Slide 19 - Quiz

De berg wordt zo hoog door het stroperige lava dat eruit komt. Dat kan niet ver vloeien voordat het stolt.
Aan het eind van de les weet je:
- hoe de aarde is opgebouwd;
- wat aardplaten zijn en hoe ze bewegen;
- welke soorten vulkanen er zijn;
- hoe een stratovulkaan ontstaat.
Gelukt?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Extra informatie
Vond je dit interessant? Ik heb nog extra
informatie over de volgende vulkanen:

- Spleetvulkaan
- Schildvulkaan
- Caldera vulkaan

Slide 21 - Slide

This item has no instructions