4.3b Burgers en bestuurders

De late Middeleeuwen
K: paragraaf 4.3 deel 2
Z: paragraaf 4.3 helemaal
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De late Middeleeuwen
K: paragraaf 4.3 deel 2
Z: paragraaf 4.3 helemaal

Slide 1 - Slide

Vorige keer...
Aan het eind van deze les weet je hoe steden in West-Europa zo belangrijk konden worden. 

Slide 2 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Slide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Dus...
  • Door landbouwverbeteringen ontstonden er voedseloverschotten 
  • Overschotten werden verkocht op de markt --> HANDEL
  • Specialisatie: er ontstaan ambachten (niet iedereen hoeft in de landbouw)
  • Handelaren en ambachtsmensen gaan wonen rond de markt --> steden ontstaan

Slide 6 - Slide

Deze keer...
Aan het eind van deze les weet je wat stadsrechten zijn. 
Ook weet je wat de schout en schutterij deden.

Slide 7 - Slide

Histoclips
Stad in de middeleeuwen
(Vanaf 6:50 tot 10:25)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas

  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 10 - Slide


Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 11 - Slide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer.

Slide 12 - Slide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.

Slide 13 - Slide

Een gruwelijk goede opdracht!
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden

Slide 14 - Drag question


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 15 - Slide

Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 16 - Quiz

De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 17 - Quiz

Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 18 - Quiz

Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Deze keer...
Aan het eind van deze les weet je wat stadsrechten zijn. 
Ook weet je wat de schout en schutterij deden.

Slide 20 - Slide

De late Middeleeuwen
K: paragraaf 4.3 deel 2
Z: paragraaf 4.3 helemaal

Slide 21 - Slide