This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Crimineel gedrag verklaren
psychologisch-criminologische theorieën
sociaal-psychologische verklaringen
Slide 2 - Slide
Criminologie
Criminologen hebben verschillende visies over oorzaken van criminaliteit.
criminologie onderzoekt waar crimineel gedrag vandaan komt. Waarom beland iemand in de criminaliteit en welke rol speelt de omgeving (situatie) hierin?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
4.1
Gelegenheidstheorie/rationele keuze theorie
Een crimineel weegt de kosten en baten van zijn acties af.
(gelegenheid staat situatie centraal/ rationele keuze staat dader centraal)
Slide 5 - Slide
4.3
Etiketteringstheorie
Je krijgt een etiket en gaat jezelf er dan ook naar gedragen
Slide 6 - Slide
4.4
Bindingstheorie
Hirschi en Box
Maatschappelijke bindingen of sterke integratie van mensen in intermediaire groepen werken remmend op criminele impulsen
Slide 7 - Slide
4.4
Anomie theorie
Merton
Deze theorie probeert het afwijkend gedrag tussen verschillende samenlevingen te verklaren.
Anomie: Mensen streven naar iets wat in de samenleving als een belangrijk succes wordt gezien. Wanneer dit niet legaal kan, door bv opleiding, discriminatie) dan illegaal
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Meer camera's ophangen zou een goede oplossing zijn als ... van toepassing is
A
Rationele Keuze Theorie
B
Etiketterings theorie
C
Anomie-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 10 - Quiz
Anomie-theorie van socioloog Merton:
A
Nature
B
Nurture
Slide 11 - Quiz
Veel portemonnees waren verdwenen of er was geld weg
Welke theorie past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Gelegenheidstheorie
C
Anomie theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 12 - Quiz
"Schoolverlaters hebben hier zo een carrière als crimineel", zegt wijkagent Glen Sjögren
Welke theorie past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Gelegenheidstheorie
C
Anomie-theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 13 - Quiz
Fabian gaat appels kopen. De verkoopman zegt dat hij ze straks zelf in de tas mag doen. Fabian rekent af voor 5 appels, maar stopt er daarna 7 in de tas.
Welke theorie past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Gelegenheidstheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Aangeleerd gedrag
Slide 14 - Quiz
'Groninger politiekorps: Asielzoekers crimineler' en 'Het is een smet op asielzoekers, maar feiten zijn feiten',
Welke theorie past hierbij?
A
bindingstheorie
B
gelegenheidstheorie
C
Anomie-theorie
D
etiketteringstheorie
Slide 15 - Quiz
Een 56-jarige man heeft een werkstraf van 40 uren gekregen voor fraude. De man wilde een levensverzekering afkopen en diende daar een vervalste aanvraag voor in. Welke theorie past hierbij?