Taal Actief - Thema 5 - les 7 Voegwoorden (herhaling les 10)

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Taal Actief

Thema 5

les 7 (en herhaling les 10)

Voegwoorden

Een voegwoord voegt een hoofdzin en een bijzin samen.  We leren nu vier voegwoorden. 

Hoofdzin --> het onderwerp en de persoonsvorm staan vaak naast elkaar .

Bijzin --> is geen zelfstandige zin, maar geeft meer informatie over de hoofdzin.

Voegwoorden

Een voegwoord voegt een hoofdzin en een bijzin samen. We leren nu vier voegwoorden. 

- omdat: er is een reden. (Ik spreek met hem af, omdat ik hem aardig vind).

- doordat: er is een oorzaak. (Mijn telefoon is stuk, doordat ik hem liet vallen op de grond).

Voegwoorden

Een voegwoord voegt een hoofdzin en een bijzin samen. We leren nu vier voegwoorden. 

- omdat: er is een reden. (Ik spreek met hem af, omdat ik hem aardig vind).

Voegwoorden

Een voegwoord voegt een hoofdzin en een bijzin samen. We leren nu vier voegwoorden. 

- omdat: er is een reden. (Ik spreek met hem af, omdat ik hem aardig vind).

- doordat: er is een oorzaak. (Mijn telefoon is stuk, doordat ik hem liet vallen op de grond).

- zodat: er is een gevolg. (Ik zet 's ochtends mijn wekker, zodat ik op tijd wakker word).

Voegwoorden

Een voegwoord voegt een hoofdzin en een bijzin samen. We leren nu vier voegwoorden. 

- omdat: er is een reden. (Ik spreek met hem af, omdat ik hem aardig vind).

- doordat: er is een oorzaak. (Mijn telefoon is stuk, doordat ik hem liet vallen op de grond).

- zodat: er is een gevolg. (Ik zet 's ochtends mijn wekker, zodat ik op tijd wakker word).

- opdat: er is een doel. (Ik ga naar school toe, opdat ik weer iets nieuws leer).

Vul in:
Ik koop vaak bloemen, .............. ik daar vrolijk van word.

1. omdat
2. zodat
3. doordat
4. opdat

Vul in:
Ik snijd de stelen schuin af, .............. de stelen genoeg water opnemen.

1. omdat
2. zodat
3. doordat
4. opdat

Vul in:
Ik doe wat voedingsstoffen in de vaas, ............ de bloemen langer leven.

1. omdat
2. zodat
3. doordat
4. opdat

Vul in:
Uiteindelijk gaan ze toch dood, .......... ze uitgebloeid zijn.

1. omdat
2. zodat
3. doordat
4. opdat

Vul in:
Hij leert hard ........... hij een voldoende haalt.

1. omdat
2. zodat
3. doordat
4. opdat

Opdracht

- maken: Thema 5 les10

- klaar? Stripverhaal afmaken of weektaak