herhaling hoofdstuk 3

herhaling hoofdstuk 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

herhaling hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

..
.
Het pijltje geeft de windrichting aan.
Welke windrichting is er?
A
Noordoost
B
Noordwest
C
Zuidoost
D
Zuidwest

Slide 2 - Quiz

Wat is de windrichting van de snackbar naar het strand?
A
Noord Oost
B
45 graden
C
Zuid West
D
225 graden

Slide 3 - Quiz

Welke windrichting is tegengesteld aan noordoost?
A
NW
B
ZW
C
ZO

Slide 4 - Quiz

Wat is de windrichting van de disco naar de jeugdherberg?
A
West
B
90 graden
C
Oost
D
270 graden

Slide 5 - Quiz

Hoeveel windrichtingen staan er op een windroos?
Wat is de belangrijkste windrichting?
A
N
B
O
C
Z
D
W

Slide 6 - Quiz

De windrichting aan de rechterkant is...
A
Noord
B
Oost
C
West
D
Zuid

Slide 7 - Quiz

Wat zijn coördinaten?
A
Puntjes met een letter in een tabel.
B
Getallen die worden gebruikt om de plaats van een punt aan te geven.
C
Getallen die aangeven waar op de wereld je je bevindt.
D
Geen idee

Slide 8 - Quiz


Hoe moet je de coördinaten van punt A opschrijven?
A
2 komma 0
B
(0,2)
C
(2,0)
D
2,0

Slide 9 - Quiz

Wat is de coördinaat van de Oorsprong?
A
O(0,0)
B
Die heeft geen coördinaten
C
O(6,6)
D
O(1,1)

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van
het blauwe coördinaat?
A
(4,4)
B
(2,45)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van
het oranje coördinaat?
A
(4,4)
B
(2,45)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 12 - Quiz

Noem de coördinaten van punt A.
A
(4, -2)
B
(-2, 4)
C
(-2, -4)
D
(2, 4)

Slide 13 - Quiz

Noem de coördinaten van punt B.
A
3, -4
B
(-4, 3)
C
-4, 3
D
(3, -4)

Slide 14 - Quiz

Noem de coördinaten van punt C.
A
(-3, -1)
B
(-1, -3)
C
(-3, 1)
D
(1, -3)

Slide 15 - Quiz

Als ik een punt heb wat op horizontaal -4 en verticaal -3 staat, wat zijn de coördinaten?

Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question

Aan het begin van de as wordt soms een zaagtand gebruikt.

Waarom denk je?
A
Ziet er grappig uit.
B
Dat moet altijd.
C
Als je van zagen houdt.
D
Dit voorkomt een groot leeg deel in een assenstelsel.

Slide 18 - Quiz

Je ziet de grafieken van de temperaturen van 2 dagen in 1 assenstelsel.
Op welke tijdstippen waren de temperaturen op beide dagen even hoog?
A
16 uur
B
12 uur
C
24 uur
D
20 uur

Slide 19 - Quiz