§5.1 De grenzen van Nederland

§5.1 De grenzen van Nederland
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§5.1 De grenzen van Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort grenzen hebben we in de EU
A
zachte
B
harde
C
open
D
dicht

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Natuurlijke grenzen zijn grenzen die door mensen bedacht zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kunstmatige grenzen?
A
Hetzelfde als natuurlijke grenzen
B
Grenzen die makkelijk over te steken zijn
C
Grenzen die moeilijk over te steken zijn
D
Alle grenzen die door de mens bedacht zijn

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip past het best:
De strook van twaalf zeemijl langs de Nederlandse kust
noemen we de
A
Harde grens
B
Territoriale wateren
C
Natuurlijke grens

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat denk jij dat identiteit is?
A
Documenten waarmee je internationaal kunt reizen
B
Documenten die je laat zien als je wordt aangehouden
C
Allerlei stukjes van jouw die jou vormen als mens
D
Je afkomst en waar je woont

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Door wie wordt een omgevingsplan gemaakt?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
John de Mol

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Als de gemeente plannen maakt voor de inrichting van een straat, hebben de bewoners ..........
A
Ruimtelijke ordening
B
Omgevingsplan
C
Inspraak
D
Niks te zeggen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf: 
  • Je weet op welke manier en aan welke landen Nederland grenst.
  • Je kent de invloed van de landsgrens op de aanliggende gebieden in Nederland.
  • Je kent de betekenis van het Verdrag van Schengen en kunt er de voor- en nadelen van benoemen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Over de grenzen van ons land denken weinig mensen na. Ze zijn er gewoon. Vaak al jaren op dezelfde plek. Toch zie je op de foto dat ze soms veranderen. Maar hoe kunnen grenzen zomaar veranderen zonder oorlog te voeren?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe kunnen grenzen zomaar veranderen?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

      Koninkrijk der Nederlanden

Slide 15 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Buurlanden 
Nederland grenst aan België, Duitsland, Frankrijk (op Sint Maarten) en Groot-Brittannië (op zee). 
Nederland heeft vooral open grenzen: je kunt zonder paspoort of controles de grens met België of Duitsland oversteken (om bijvoorbeeld te gaan winkelen. 



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor ga jij wel eens de grens over?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Enclaves
 de kleine stukjes (eilandjes) Belgisch grondgebied in Noord-Brabant

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eclave bij Baarle

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Grens van Europa

Het Verdrag van Schengen:  een overeenkomst tussen landen om de grenscontroles voor personen af te schaffen.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Wat is geen buurland van Nederland?
A
Frankrijk
B
België
C
Groot-Brittanië
D
Luxemburg

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat werd er bij het Verdrag van Schengen afgesproken?
A
Dat er vrij verkeer van personen en goederen kwam
B
Dat Europa op defensie ging samenwerken
C
Dat studies in Euro gratis werden
D
Dat de Euro werd ingevoerd.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions