This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
14.4 het netvlies en de hersenen
Hoe werkt een kleurenblindheidsbril?
Hoe werkt gezichtsbedrog?
Slide 1 - Slide
Doel 14.4
Je kunt uitleggen hoe de kleurenblindheidsbril werkt
Je kunt uitleggen hoe de schakelingen van onze zenuwcellen het beeldcontrast verhogen Je kunt uitleggen hoe de interpretatie van onze hersenen gezichtsbedrog kan veroorzaken
Slide 2 - Slide
In de BINAS kan ik de bouw van het netvlies zien in tabel
A
87C2
B
87C3
C
87C2 en 87C3
D
87C4
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Kleurenblindheid
Slide 6 - Slide
Kleurenblindheidsbril
Filtert de golflengtes waar de grootste overlap zit uit het spectrum.
Er daardoor meer onderscheid tussen rood en groen en de kegeltjes reageren hier daarom verschillend op -> meer kleuren.
Slide 7 - Slide
Gewenning
Slide 8 - Slide
Gewenning
Bij gewenning zijn zintuigcellen tijdelijk niet meer gevoelig voor een prikkel.
Dus als je bijvoorbeeld de rode staafjes tijdelijk uitschakelt worden die uit het witte licht gefilterd en zie je juist een andere kleur.
Slide 9 - Slide
Extra cellen
Ganglion cellen:
Voeren impulsen af naar de
hersenen
Bipolaire cellen:
Verbinden receptorcellen met
ganglioncellen
Door schakelingen betrokken
bij vorming receptieve velden
Slide 10 - Slide
Contrastversterking
Slide 11 - Slide
Extra cellen
Amacriene- en
horizontale cellen: verbinden
bipolaire cellen, receptorcellen en
ganglioncellen
Door schakelingen betrokken bij oa.
contrastversterking
Slide 12 - Slide
Contrastversterking
Receptorcellen ontvangen licht -> remmen de verbonden horizontale cellen -> remming naastgelegen receptieve velden-> licht wordt lichter, donker wordt donkerder.
Slide 13 - Slide
Waar staat de lichtbron?
A
Rechtsboven
B
Rechtsonder
C
Linksboven
D
Linksonder
Slide 14 - Quiz
Hoe werkt gezichtsbedrog?
Slide 15 - Slide
Interpretatie
Impulsen vanuit de ogen komen binnen in de primaire visuele cortex. De secundaire visuele cortex interpreteert het beeld.
Dit gaat niet altijd goed.
Slide 16 - Slide
Welke kleuren zitten in dit plaatje?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
14.3 en 14.4 Diepte, contrast en interpretatie
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Doel 14.4
Je kunt uitleggen hoe de kleurenblindheidsbril werkt
Je kunt uitleggen hoe de schakelingen van onze zenuwcellen het beeldcontrast verhogen Je kunt uitleggen hoe de interpretatie van onze hersenen gezichtsbedrog kan veroorzaken