Plurals uitleg + oefening

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Today

• What did we do last week?
• Explanation plurals
• Time to work 

What did we do last week?

Today

Work on plurals

1 word - 2 words

PLURALS

inleiding op plurals en herhaling vragen en antwoorden.

Plurals

What does plurals mean?

Can you find the rule?

cat – cats

bus – buses

baby-babies

ray - rays

life - lives

hero - heroes

Bij de meeste zelfstandige naamwoorden voeg je een -s toe aan het woord om meervoud te maken.

cat – cats

dog - dogs

house – houses 

Bij znw die eindigen op een ssssss klank

(‑s, -ss, -sh, -ch, -x, of -z,)

voeg je -es toe om meervoud te maken.

bus – buses

marsh – marshes

lunch – lunches

tax – taxes

blitz – blitzes

Als een znw eindigt op een -y verandert de -y in -ies om meervoud te maken

baby - babies                  city – cities                            puppy – puppies

BEHALVE ALS ERVOOR DE -Y EEN KLINKER STAAT

play - plays

boy – boys

toy - toys

Letter -o:

Als een znw eindigt op een -o, met daarvoor een medeklinker, dan voeg je -es toe om het meervoud te maken.

hero - heroes

potato – potatoes

tomato – tomatoes

Uitzondering:

photo – photos

Irregular plurals  = onregelmatige vormen van meervoud

child – children

man – men

woman – women

tooth – teeth

foot – feet

mouse – mice

person – people

fish - fish 

Plural of:

1. shoe
2. shoes
3. schoenen
4. shoos

Plural of: tax

1. taxs
2. taxen
3. tax's
4. taxes

Plural of:

1. puppies
2. puppy's
3. puppys
4. puppen

Plural of:

1. tomatos
2. tomaten
3. tomato's
4. tomatoes

Plural of: hero

Plural of:

Plural of: goose

Plural of: child

What do you remember about the plurals?

I can make words plural

😒🙁😐🙂😃

Homework

DO:

exercises 31, 32 page156/157

Study:

Vocabulary  A, B and C, page 178/179