Tijden (dagen, maanden, seizoenen)

Donderdag 16 februari

Welkom lieve OAZ1!

1 / 41

Slide 1: Slide

NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 16 februari

Welkom lieve OAZ1!

Slide 1 - Slide

Planning

Verschillende soorten tijd bespreken

Waar of niet waar? (kaartjes)

Slide 2 - Slide

Tijd!

Wat is tijd?

Slide 3 - Slide

Tijd!

Slide 4 - Slide

Tijd!

Klok

Dagen en maanden

Seizoenen

Slide 5 - Slide

Klok

Slide 6 - Slide

Klok

Slide 7 - Slide

24 uur op een dag

nacht 00:00-06:00

ochtend 06:00-12:00

middag 12:00-18:00

avond 18:00-00:00

Slide 8 - Slide

Dagen

Hoeveel dagen zitten er in 1 week?

Slide 9 - Slide

Dagen

Hoeveel dagen zitten er in 1 week?

1 week = 7 dagen

Slide 10 - Slide

Dagen

Maandag, dinsdag, woensdag,

donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag

Slide 11 - Slide

Vandaag is het .............

welke dag?

Slide 12 - Slide

Vandaag is het donderdag..

Welke dag is het morgen?

Slide 13 - Slide

Vandaag is het donderdag..

Welke dag is het morgen?

Vrijdag

Slide 14 - Slide

Vandaag is het donderdag..

Welke dag was het gisteren?

Slide 15 - Slide

Vandaag is het donderdag..

Welke dag was het gisteren?

Woensdag

Slide 16 - Slide

Welke dag is het overmorgen?

Slide 17 - Slide

Welke dag is het overmorgen?

De dag NA morgen?

Morgen is het vrijdag...

Overmorgen is het ....?

Slide 18 - Slide

Welke dag is het overmorgen?

Zaterdag!

Slide 19 - Slide

Maanden

Slide 20 - Slide

Maanden

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december

Slide 21 - Slide

Hoeveel weken zitten er in 1 maand?

Hoeveel weken heeft januari?

Slide 22 - Slide

Hoeveel weken zitten er in 1 maand?

Een maand duurt 4 weken

Slide 23 - Slide

Seizoenen

Wat is dat?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Lente

Zomer

Herfst

Winter

Slide 26 - Slide

Lente, Zomer, Herfst, Winter

Lente: vanaf maart

Zomer: vanaf juni

Herfst: vanaf september

Winter: vanaf december

Slide 27 - Slide

Lente

Slide 28 - Slide

Zomer

Slide 29 - Slide

Herfst

Slide 30 - Slide

Winter

Slide 31 - Slide

Waar of niet waar?

GROEN OF ROOD

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Tijden (dagen, maanden, seizoenen)

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

More lessons like this

Tijden (dagen, maanden, seizoenen)

Tijden (dagen, maanden, seizoenen)

eerste les.

Seizoenen, winteruur, Nedbox

Dagen en maanden (schrijven)

Dagen en maanden (schrijven)

Taaltrap les 6.2 De tijd

seizoenen en de maanden