B6 – Budgetplan maken (geen bsn)

1 / 23
next
Slide 1: Video
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

B6: Budgetplan maken (geen bsn)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  1. Wat zijn inkomsten en uitgaven?
  2. Budgetplan maken
  3. Jouw budgetplan opslaan voor jezelf

Slide 3 - Slide

Wat heb je deze les nodig?
  • Een laptop
  • Je e-mailadres
  • Een leeg budgetplan
💻
📧

Slide 4 - Slide

Lees opdracht 1
Bekijk de film  ‘Bord en Stift’.
Inkomsten en uitgaven
🎞️

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Maak opdracht 1
Lees de zinnen. Zet een rondje om het juiste woord.
Inkomsten en uitgaven
woord / woord

Slide 7 - Slide

Maak opdracht 2
Waar geef jij je (leef- of week)geld aan uit?



Uitgaven
Bespreek met elkaar!
🧔🏽‍♂️👩 
💬

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 3
Zet de woorden op de juiste plek. Kies uit:



Vast of flexibel?
  • Cadeau kopen voor iemand
  • Telefoonabonnement 
  • Salaris 
  • Een boete 
  • Eten & drinken
  • Verjaardagsgeld

Slide 9 - Slide

Vast inkomen
Salaris


Flexibel inkomen
Verjaardagsgeld

Vast of flexibel?
Vaste uitgaven
Telefoonabonnement
Eten & Drinken

Flexibele uitgaven
Kleding kopen
Cadeau kopen voor iemand
Een boete

Slide 10 - Slide

Lees opdracht 4
Bekijk de film  ‘Het zal je maar gebeuren - social media’.
Achteraf betalen
🎞️

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Maak opdracht 4
Zet een rondje om de goede antwoorden.
Achteraf betalen
A. ...
B. ...
C. ...

Slide 13 - Slide

1. Wat betekent achteraf betalen?
A. Je betaalt meteen.
B. Je betaalt eerst en krijgt het product later.
C. Je koopt iets nu en betaalt later. 


Achteraf betalen

Slide 14 - Slide

2. Waarom had Mohammed minder geld dan hij dacht? 
A. Hij heeft achteraf betaald voor de trui.
B. Hij heeft per ongeluk iets twee keer betaald.
C. Er is iets misgegaan met zijn bankpas. 

Achteraf betalen

Slide 15 - Slide

3. Wat had Mohammed anders kunnen doen om deze situatie te voorkomen?
A. Niks, achteraf betalen is prima. 
B. Hij had alleen de trui moeten kopen als hij genoeg geld had. 
Achteraf betalen

Slide 16 - Slide

Pak je laptop erbij! Maak opdracht 5
Volg het stappenplan.
Budgetplan maken
💻

Slide 17 - Slide

  1. Ga naar: www.gmail.com.
  2. Log in met jouw mailadres.
  3. Je hebt een mail van jouw mentor gekregen met het onderwerp ‘Budgetplan maken’.
  4. Open de mail en open het document in de mail.
Stappen budgetplan maken (deel 1)

Slide 18 - Slide

Begin met het invullen van jouw inkomsten. Welk geld komt er binnen? 
Stappen budgetplan maken (deel 2)

Slide 19 - Slide

Vul nu jouw uitgaven in.

Hier komt te staan wat je overhoudt per maand:


Sla jouw budgetplan op en mail het naar jezelf!
Stappen budgetplan maken (deel 3)

Slide 20 - Slide

Maak opdracht 6
Wat betekent sparen? 
Waar spaar jij voor?

Sparen
a. ...
b. ...
c. ...
💸

Slide 21 - Slide

Wat betekent sparen?   
a. Geld uitgeven aan leuke dingen. 
b. Geld opzijzetten voor later.
c. Geld uitlenen aan anderen. 


Sparen

Slide 22 - Slide

Is er iets waarvoor jij spaart? Zo ja, wat?


Sparen
💸

Slide 23 - Slide