1.5 werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 1.5
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 22.

 

3. lesdoel LJ1

Aan het eind van deze les:

- kun je uitleggen wat een werkwoord is

- kun je alle werkwoorden vinden in een zin 

- Kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goede manier gebruikt. 

4. Instructie

Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen wat er gebeurt of wat iets of iemand doet. Zonder werkwoord heb je geen goede zin. 

Hele werkwoorden: spelen, schijnen, draaien, lopen, fietsen ect. 

Sleep de woorden naar de juiste plaats.

geen werkwoord

werkwoord

drinken

paarden

bijten

stoelen

dingen

plakken

Wat is het werkwoord in onderstaande zin?

Wij werken graag thuis op de computer.

1. wij
2. werken
3. graag
4. computer

Wat is het werkwoord in onderstaande zin?

Pieter haalt drinken in de supermarkt.

1. Pieter
2. haalt
3. drinken
4. supermarkt

Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?

Marieke heeft een granaat gevonden in de speeltuin.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?

Kleine kinderen hebben kunnen wennen op school.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

5. Begeleid inoefenen

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 17, 18, 20 en 21 (alleen vraag 1) op blz 24 t/m 26.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 

Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?