4.2 Een vrouw

4.2 een vrouw
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 een vrouw

Slide 1 - Slide

Welk primair geslachtskenmerk hoort bij welk geslacht?
Man
Vrouw
Balzak
Penis
Tepels
Schaamlippen
Vagina

Slide 2 - Drag question

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
jongen
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
schaamhaar
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 4 - Slide

Welke onderdelen van het voortplantingsstelsel van de vrouw ken je al?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Voortplantingsstelsel vrouw
  • Vagina: hierin komt het sperma tijdens de geslachtsgemeenschap.
  • Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren (nat worden)
  • Grote schaamlippen: veiligheid
  • Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen
  • Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina

Slide 7 - Slide

  • Eierstokken: hier ontwikkelen de eicellen zich (1 per 4 weken)
  • Eileiders: vervoeren de eicellen naar de baarmoeder. De bevruchting vindt hier plaats
  • Baarmoeder: spieren die met slijmvlies bedekt worden. Hier vindt de innesteling plaats en de ontwikkeling van de embryo.
Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

timer
2:00
Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Menstruatie

Slide 13 - Slide


wat kun je gebruiken?

  • maandverband 
  • tampons
  • mooncup

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

overgang 42-55 jaar
  • onregelmatige/geen menstruatie
  • opvliegers
  • gewichtstoename
  • slaapstoornis
  • stemmingswisselingen
  • geheugenverlies
  • vermoeidheid

Slide 18 - Slide

eierstok
baarmoeder
eileider
vagina

Slide 19 - Drag question

Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 20 - Drag question

Wat gebeurt er volgens jou tijdens de menstruatie?

Slide 21 - Open question

Even naar de powerpoint
Heb je 4.1 al af?

Lezen 4.2 
Maken opdracht 1 t/m 8

Slide 22 - Slide

Tampon
Menstruatiecup
Maandverband

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Video

Menstruatie:
het slijmvlies laat los
Spieren rondom de baarmoeder trekken samen, vandaar dat je buikpijn en spierpijn kan hebben. Ook spelen hormonen een rol bij de menstruatie, waardoor je veranderingen in je humeur kan waarnemen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Waar rijpen de eicellen?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 27 - Quiz

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 28 - Quiz


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 29 - Quiz


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 30 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 31 - Quiz

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken
D
Om de ovulatie mogelijk te maken

Slide 33 - Quiz

Welk(e) van deze delen verlaat (verlaten) het lichaam van een vrouw tijdens een menstruatie?

A
de bovenste laag van het baarmoederslijmvlies
B
een eicel die niet is bevrucht
C
Het gele lichaam
D
alle 3 de antwoorden zijn goed.

Slide 34 - Quiz

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 3 dagen in leven, de eicel een dag
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 35 - Quiz