What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zugspitze, S5, les 8, 26-10
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lernziel(e)
Kan ik de modale werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
Slide 2 - Slide
Luistertoets
M22 -> dinsdag 7 november in lokaal 179 (oude lokaal 0)
Slide 3 - Slide
Programm für Dienstag der 31. Oktober:
Huiswerk nakijken
uitleg modale werkwoorden
aan het werk
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vertaal: vriendelijk
A
freuntlich
B
freundlig
C
freundlich
D
frienlich
Slide 6 - Quiz
Vertaal: de lepel
A
das Messer
B
der Löffel
C
die Gabel
Slide 7 - Quiz
Vertaal: vergeten
Slide 8 - Open question
Vertaal: de vraag (ev)
A
der Frage
B
das Frage
C
die Frage
Slide 9 - Quiz
Vertaal: wensen
Slide 10 - Open question
Vertaal: roepen
Slide 11 - Open question
Modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd (uitdelen overzicht + samenvatting)
Slide 12 - Slide
Welke werkwoorden kennen wij?
zwakke werkwoorden (wohnen-wohnte-gewohnt)
sterke werkwoorden (gehen-ging-gegangen)
hulpwerkwoorden (haben, sein, werden)
modale (hulp-)werkwoorden
Slide 13 - Slide
Welke hulpwerkwoorden kennen wij al?
haben = hebben
sein = zijn
werden -> betekent
worden
of
zullen
!
Slide 14 - Slide
worden
zullen
ik word
ik zal
ich werde
jij wordt
jij zult
du
wirst
hij/zij/het wordt
hij/zij/het zal
er/sie/es
wird
wij worden
wij zullen
wir werden
jullie worden
jullie zullen
ihr
werd
e
t
zij worden
U wordt
zij zullen
U zal
sie werden
Sie werden
Slide 15 - Slide
Wat zijn nu modale (hulp) werkwoorden?
deze geven een extra betekenis aan het hoofdwerkwoord
Deze modale werkwoorden kun je niet zelfstandig gebruiken, deze komen bijna altijd samen met een ander werkwoord.
Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn:
zullen, kunnen, mogen, moeten, willen.
Slide 16 - Slide
Voorbeelden:
Bijv:
ik zwem ich schwimme
ik
kan
zwemmen ich
kann
schwimmen
ik
zal
zwemmen ich
werde
schwimmen
ik
wil graag
zwemmen ich
möchte
schwimmen
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Auf Deutsch
müssen = moeten
können = kunnen
dürfen = mogen
sollen = moeten (van iemand anders)
wollen = willen
mögen = houden van/lekker vinden/iemand aardig vinden
wissen = weten
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
•
In de enkelvoudsvormen krijg je een klinkerwisseling in de stam
• Geen uitgang bij ich, er/sie es.
• in de meervoudsvormen krijg je het hele werkwoord bij wir en sie/Sie
Vervoeg de Duitse 'Modalverben' volgens dezelfde regels:
alle enkelvoudsvormen hebben een andere
stamklinker
dan het hele werkwoord.
I
ch, & er/sie/es
(de 1e en 3e persoon enkelvoud) krijgen geen uitgang.
De meervoudsvormen (
wir, ihr, sie, Sie
) volgen dezelfde regels als regelmatige werkwoorden.
Slide 28 - Slide
Huiswerk nakijken
1. Schritt 5 -> Aufgabe 2 + 6
2.Maken van Schritt 6
Aufgabe 2, 3, 6
3. Maken van Schritt 7
Aufgabe 2 + 6 + 7
Leer de woorden van Schritt 2 en 4Leer de woorden van Schritt 2 en 4 ( via Studygo)!
Slide 29 - Slide
Aufgabe 2 A
1. magst
2. kann
3. darf
4. könnt
5. dürfen
6. mag
7. können
8. dürfen
9. mögen
10. kann
Aufgabe 2 B
1. mag
2. kannst
3. darf
4. mögen
5. Dürft
6. Können
7. Magst
8. kann
9. darfst
10. mag
Slide 30 - Slide
Aufgabe 6
1. Darf
2. Kannst du
3. Sie mögen
4. Sie darf
5. Ich kann
6. Ich mag
7. Wir mögen
8. Könnt ihr
9. Ihr dürft
10. Wir können
11. Wir dürfen
12. Mögt ihr
Slide 31 - Slide
S6, Aufgabe 2 B
2. wij moeten
3. ik wil
4. jij moet
5. jullie weten
6. u wilt
7. zij moeten
8. zij wil
C
2. will
3. muss
4. wollen
5. weiß
6. müssen
7. musst
8., wollt
9. wisst
10. wollen
Slide 32 - Slide
3A
1. Vor
2. eine Oberfläche
3. die Abkürzung
4. Der Eigentümer
5. damit
6. trotzdem
3B
1. jedoch -> damit
2. damit -> trotzdem
3. Die Abkürzung -> die Einrichtung
4. Trotzdem -> Vor
5. Die Oberfläche -> die Abkürzung
6. vor -> jedoch
Slide 33 - Slide
Schritt 6, Aufgabe 6 Modalverben
2. muss
3. Wissen
4. müsst
5. Weißt
6. will
7. muss
8. weiß
9. wollen
10. Wollt
11. müssen
12. wisst
Slide 34 - Slide
Schritt 7, Aufgabe 2 B
1. blöd
2. die Niederlande
3. Leute
4. Blumen
5. Meer
6. See
7. Im Sommer
8. Bergen
9. Nachbarn
10. langweilig
11. eigen antwoord als: Tschüs, Liebe Grüße, Viele Grüße
C
2. Herbst
3. Nachbarn
4. die Niederlande
5. leben
6. Berg
7. langweilig
8. beliebt
9. Blume
10. verschieden
11. hässlich
12. Heimat
Slide 35 - Slide
Schritt 7, Aufgabe 6A
1. F
2. R
3. Ü
4. H
5. L
6. I
7. N
8. G
6B
Frühling
Slide 36 - Slide
Schritt 7, Aufgabe 7
1. Januar
2. Hauptstadt
3. 7834
4. 1924
5. leben
6. Leute
Slide 37 - Slide
Zelfstandig aan het werk
1. Maken van Schritt 8 -> Aufgabe 2, 3, 5, 6 en 8
2. Klaar?
- Leer in Studygo
de woorden van Schritt 2
+
4
- werkwoord "
werden"
(WRTS)
- Modale werkwoorden
Slide 38 - Slide
Hausaufgaben
1.Maken van Schritt 8 -> Aufgabe 2, 3, 5, 6 en 8
2. Klaar?
- Leer in Studygo de woorden van Schritt 2 +4
- werkwoord "werden"(WRTS)
- Modale werkwoorden
Slide 39 - Slide
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kan ik de modale werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
Slide 40 - Slide
More lessons like this
Zugspitze, S5, les 9, 02-11 M23
November 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Les 1 & 2
November 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2M Les 12 11.10.21
October 2021
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Zugspitze Schritt 37-19-9-Vokabeln-woots-Modalverben
September 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
modalverben en 4e naamval
November 2019
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
2hv - les 1&2 P1 - intro, zwitserland en modale ww
September 2023
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2M Les 13 13.10.21
October 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
week 39
September 2024
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2