1. Lichaamstaal
> Maak de test.
> Kopieer de uitslag en plak deze in een Word-document.
> Lees de uitslag door.
> Schrijf achter ieder antwoord waarom je voor dat antwoord had gekozen.
> Bekijk de video.
> Welke vormen van lichaamstaal en emoties laat Barack Obama in de video zien?
> Leg in het Word-document uit wat het effect van lichaamstaal is. (1/2 A4)
2. Even bijkletsen In tweetallen:
> Vraag je vriend(in) om jou te vertellen over zijn/haar stage.
> Terwijl de ander aan het woord is, let jij op de lichaamstaal.
> Denk daarbij aan alle vormen van lichaamstaal die er zijn.
> Schrijf een verslag waarin je de lichaamshouding van de ander tijdens het gesprek beschrijft.
> De volgende vragen verwerk je in een verslag:
- Wat viel je op tijdens het gesprek aan de lichaamstaal of lichaamshouding van de ander?
- Waaraan kon je zien of hij/zij vrolijk was of juist niet?
- Was er veel oogcontact en wat was het effect hiervan?
- Had de ander verschillende gezichtsuitdrukkingen tijdens het praten? Zo ja, welke en waarover werd er gesproken
- Maakte de ander gebaren tijdens het praten? Wat was hier het effect van?
> Voeg het verslag toe aan het Word-document. (min. 1/2 A4)