3.2 vast flexibel of zelfstandig

3.2 vast, flexibel of zelfstandig






Bladzijde 87 tot en met 93
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 vast, flexibel of zelfstandig






Bladzijde 87 tot en met 93

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Boeken?
  • Thuiswerkopdrachten
  • Lesdoelen
  • Interactieve uitleg
  • Opdrachten 

Slide 2 - Slide

Thuiswerkopdrachten 3.3
  • Waar gingen de opdrachten over? 
  • Op loonwijzer.nl heb je je toekomstige bruto maandsalaris opgezocht. Was dit hoger of lager dan je had verwacht?
  • Veel mensen pleitten voor een verhoging van het minimumloon. Wat vind jij hier van?

Slide 3 - Slide

Lesboeken Burgerschap+Nederlands
  • Hebben jullie de boeken voor Burgerschap en Nederlands?
  • Nuburgerschap + Nunederlands

  • Nuburgerschap voorlopig mee naar de les nemen.

  • Groep thuis: Maak hoofdstuk 3.3 op bladzijde 94 van Nuburgerschap opdracht 1 tot en met 5

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kent voor- en nadelen van een vast contract, flexibel contract en werk als zzp'er
  2. Je kunt uitleggen welke aanstelling of contract op de arbeidsmarkt jouw voorkeur heeft
  3. Je hebt inzicht in actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt binnen jouw sector

Slide 5 - Slide

Heb jij een baan? Zo ja: wat voor werk doe je en wat voor soort contract heb je?

Slide 6 - Open question

werkconstructies
Welke werkconstructies zijn er mogelijk?
  • Vast contract: Arbeidscontract voor onbepaalde tijd, zonder einddatum
  • Tijdelijk contract: Arbeidscontract voor bepaalde tijd, met einddatum
  • Uitzendkracht: Via een uitzendbureau. Uitzendbureau betaalt het salaris
  • Oproepkracht/invalkracht: Hoeveelheid uren is afhankelijk van de vraag of er wel/niet werk is. (Nulurencontracten/min-max contracten)
  • Zzp'ers: Zelfstandigen zonder personeel die voor meerdere opdrachtgevers tegelijk werken

Slide 7 - Slide

Werkgevers hebben een voorkeur voor flexibele contracten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Welke aanstelling of contract heeft jouw voorkeur?
Vast contract
Tijdelijk contract
Zzp

Slide 10 - Poll

Opdrachten
Hoofdstuk 3.2 bladzijde 87

Maken:
Opdracht 2,3 en 4

Slide 11 - Slide