les 4; (verdeling van de) inkomens

1 / 19
next
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Overdrachtsinkomen

Slide 2 - Mind map

hfd 2 verdeling van/ soorten inkomens
overdrachtsinkomen:
Dat deel van het inkomen dat mensen krijgen zonder deelname aan het productieproces. Het bestaat uit de uitkeringen en subsidies/toeslagen. Overdrachtsinkomens zijn sociale uitkeringen die je ontvangt zonder een bijdrage/ tegenprestatie te leveren aan de productie
primair inkomen:
inkomen dat verdiend wordt in het productieproces. Voorbeelden: loon, rente, huur, pacht en winst. Is gelijk aan productie en toegevoegde waarde.

Slide 3 - Slide

Primaire inkomen/ BBP
Uit de vier productiefactoren komen de 5 primaire inkomens
                Kapitaal              Rente en huur
Arbeid               Loon
Natuur                   Pacht
Ondernemerschap         Winst       
    Alle primaire inkomens uit KANO in een land samen= BBP
Bruto Binnenlands Product in 2019 € 812 miljard
             

Slide 4 - Slide

Maken; opgave 2.5

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

welke verschillen zijn 't grootst in Nederland; tussen inkomens of tussen kapitaal/ vermogen?
A
inkomens
B
geen verschil
C
beide
D
kapitaal/ vermogen

Slide 7 - Quiz

Wanneer we alle mensen op aarde op een rij staan van arm naar rijk op een , waar denk jij dat de gemiddelde Nederlander staat op de schaal van 1 op 100 ?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Maken opgave 2.6+ 2.7 
5 minuten


Hierna: Filmpje 'Rijkdom achter de dijken' 
timer
5:00

Slide 10 - Slide

lorenz curve
horizontale x-as:
  • bevolking van 0 tot 100%, geordend op inkomen (hier: groepjes van 10%)                    LINKS = ARM, RECHTS = RIJK

verticale y-as:
  • het inkomen dat CUMULATIEF wordt verdient van het totale inkomen
  • je start bij 0% en eindigt bij 100%

Slide 11 - Slide

Lorenz Curve
Neem de schets van het bord over in je schrift
x-as= % bevolking
y-as = % inkomen

Cumuleren= optellen (stapelen) van percentages 

Slide 12 - Slide

Overdrachtsinkomens maken de inkomensverschillen..
A
kleiner
B
groter
C
maakt geen verschil

Slide 13 - Quiz

Maken opgave 2.8 t/m 2.11
Lastige opgaves dit! Te moeilijk? Kom vragen stellen! 
Even checken of het goed gaat? Pak een antwoordenboekje.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Paragraaf 2.2.2; Is de hoogte van je inkomen belangrijk?

Welvaart is een ruim begrip; de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.

Het BBP is een indicator (graadmeter), maaaaarrrr...
Bij GELUK komt meer kijken dan GELD...
Zie het Human Development Index (HDI) 

Slide 16 - Slide

Wat is voor jou welvaart?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Video

Brede welvaart?
Welvaart bestaat uit meer dan materiele zaken (geld, spullen); 
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent ook de bredere definitie van onze welvaart...

hoe staan de zaken ervoor op het gebied van;
gezondheid, milieu, veiligheid, kwaliteit van onderwijs, natuur, 
vertrouwen in de samenleving, sociaal leven, etc. 

Slide 19 - Slide