Les 5. Ontwikkelingspsychologie Puber en adolescent

Ontwikkelingspsychologie
Puber Adolescent
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingontwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Puber Adolescent

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
  • De student weet einde van de les welke ontwikkeling de Puber en Adolescent doormaakt.
  • De student kan het verschil tussen een puber en adolescent beschrijven

Slide 2 - Slide

Waar denken jullie aan,
bij het woord
puber?

Slide 3 - Mind map

Waar was jij mee bezig als puber?

Slide 4 - Mind map

7 ontwikkeltaken voor jongeren

  • Vormgeven aan veranderende relaties binnen het gezin
  • Zorg dragen voor de gezondheid en het uiterlijk
  • Zinvol invullen van vrije tijd
  • Vormgeven aan intimiteit en seksualiteit
  • Participeren in onderwijs of werk
  • Vriendschappen en sociale contacten onderhouden
  • Omgaan met autoriteit

Slide 5 - Slide

Tijd & Seksuele ontwikkeling
  • Pubers zijn tegenwoordig eerder geslachtsrijp door:
  • Betere gezondheidszorg
  • Afschaffing kinderarbeid
  • Doorgebroken seksuele taboes
  • Hormonen
  • Voedingstoestand
  • Gezondheidstoestand/conditie (sporten)
  • Effect media en social media
  • Warm gezin en sociaal- economische status


Er is dus een belangrijk verschil tussen de kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd!

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Welke lichamelijke veranderingen zie je tijdens de puberteit?

Slide 8 - Open question

Lichamelijk: vrouwelijk

  • Pubis beharing
  • Okselhaar
  • Stijging oestrogeen, progesteron en oestradiol
  • Ontwikkelen borsten
  • Start menstruatie (menarche)
  • Start eisprong (ovulatie)
  • Bredere heupen
  • Rondere vormen
  • Kennismaken eigen lichaam gaat verder     

Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken:

Slide 9 - Slide

Lichamelijk: mannelijk
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken:
  • Pubis beharing
  • Okselhaar
  • Baardgroei en verdere lichaamsbeharing
  • Stijging testosteron
  • Start productie spermatozoën
  • Lagere stem
  • Spierontwikkeling (bredere schouders)
  • Eerste zaadlozing

Slide 10 - Slide

Puber/Adolecent maakt vier dingen mee

1.    Lichamelijke en seksuele ontwikkeling
         puber-ontwikkeling, slaap en waakritme
2.  Doorontwikkeling van hersenschors/cortex
       cognitieve ontwikkeling; complexe  vaardigheden
3.  Doorontwikkeling van de eigen identiteit
      ontwikkeling van de professionele identiteit
4. Sociaal emotionele ontwikkeling 
      inzicht in jezelf en anderen 


Slide 11 - Slide

Pre-frontale cortex is pas na je 23e uitgerijpt

Slide 12 - Slide

Hersenontwikkeling
De rijping van de pre-frontale cortex (voorkwab van de hersenen) komt later op gang. Deze zorgt voor:
*   Impulscontrole, regulatie plannen en organiseren
*  Hierdoor gevoeliger voor beloningen en korte termijnwinsten dan voor 
     eventuele negatieve gevolgen op langere termijn.
*  Het emotionele brein wint het in dergelijke situaties van het cognitieve 
    brein (Studie of vrienden)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Waarom experimenteren jongeren?

Slide 20 - Open question

Zoek een krantenartikel waarbij de jongeren experimenteren met verkeerde gevolgen

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat is een adolescent?
De overgangsfase tussen puberteit en volwassenheid.

Lichamelijke ontwikkeling: volgroeid, geen veranderingen meer

Cognitieve ontwikkeling: genuanceerd leren denken, minder abstract, mensenkennis, inlevingsvermogen

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling: vriendengroep belangrijk, keuzes maken voor de toekomst

Emotionele ontwikkeling: minder heftige emotionele reacties, duidelijke eigen identiteit

Seksuele ontwikkeling: verder met ontdekken, soms al ervaring, voor sommige de eerste keer.

Slide 24 - Slide

Stelling: vanaf je 18e jaar ben je volwassen en
in staat te bepalen wat je zelf doet en wil.
Schrijf op waarom je het eens of oneens bent.

Slide 25 - Mind map

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Slide

Schrijf eventuele vragen die je hebt op, zodat je deze volgende week aan mij kunt stellen.

Slide 27 - Slide