prikkels: komen binnen in de zintuigen.
Je hebt uitwendige prikkels: komen van buiten
zoals licht, geluid.
Je hebt inwendige prikkels: komen van binnen zoals honger, angst
Prikkels worden omgezet in impulsen. Impulsen zijn electrische stootjes, die naar de hersenen gaan.
De hersenen bepalen hoe jij gaat reageren = respons.