This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 - Ontwikkeling
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling van landen en gebieden.
Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk.
Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe zo goed mogelijk mee.
Slide 1 - Slide
Wat betekent rijkdom voor jou?
Slide 2 - Mind map
Arm en Rijk
Ons leven in een rijk land is volkomen anders dan het leven van een leeftijdsgenoot in een arm land. Of in een land waar oorlog is, zoals nu in Oekraïne, Gaza of een tijdje terug in Syrië.
Wat wij als normaal zien, is voor sommigen ontzettende luxe.
Ieder mens op aarde heeft 4 basisbehoeften om goed te kunnen leven. Dit heeft iedereen echt nodig!
Slide 3 - Slide
Wat zijn de basisbehoeften denken jullie?
A
Voedsel, geld, internet en kleding
B
Voedsel, onderwijs, onderdak, gezondheidszorg
C
Voedsel, kleding, elektriciteit, onderwijs
D
Voedsel, stromend water, elektriciteit, onderdak
Slide 4 - Quiz
Verdeling van rijkdom
De rijkdom op aarde is niet gelijkmatig verdeeld, kijk maar eens in bron 5.
Wat valt je op als je het noorden van de wereld met het zuiden vergelijkt?
Slide 5 - Slide
Sociale ongelijkheid
De scheve verdeling van inkomen (geld) in een land noemen we sociale ongelijkheid. Het is in elk land wel te vinden, maar in sommige landen erger dan in andere landen.
Kun je een voorbeeld bedenken hoe jij ongelijkheid in het dagelijks leven terugziet?
Slide 6 - Slide
Is er op de foto hiernaast sociale ongelijkheid zichtbaar?
A
Ja!
B
Nee!
C
Dat ligt aan de situatie
D
Dat is niet zichtbaar
Slide 7 - Quiz
Ondanks de sociale ongelijkheid leven er in Nederland gelukkig niet zoveel mensen onder de armoedegrens.
Dat is het minimale bedrag dat je per dag nodig hebt, voor je basisbehoeften zoals voedsel en onderdak.
Die armoedegrens verschilt dus per land, want het leven is niet overal even duur.
Slide 8 - Slide
Bekijk bron 5c (van de Big Mac). Waar is de armoedegrens het hoogst?
A
Zwitserland
B
India
C
Libanon
D
VS
Slide 9 - Quiz
Koopkracht
Hoeveel je kunt kopen voor 1 euro is je koopkracht.
Hoe hoger die is, hoe meer je kunt kopen voor 1 euro.
Rijke landen hebben dus een slechte/lage koopkracht.
Slide 10 - Slide
Hoeveel procent van de wereldbevolking leeft onder de armoedegrens van hun land?
A
3,2%
B
7,7%
C
10,9%
D
15,6%
Slide 11 - Quiz
Aan de slag
Met paragraaf 1 en het onderwerp ontwikkeling gaan we in de volgende les verder.
Wat ga jij nu doen als HW?
Lees de tekst van par. 4.1 nauwkeurig door.
Maak opdracht 1, 2 en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1
Slide 12 - Slide
1V: Aan de slag
Met paragraaf 1 en het onderwerp ontwikkeling gaan we in de volgende les verder.
Wat ga jij nu doen als HW?
Lees de tekst van par. 4.1 nauwkeurig door.
Maak opdracht 1, 2ab en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1