Komma's en dubbele punten

Komma's en dubbele punten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Komma's en dubbele punten

Slide 1 - Slide

Om welke redenen kun je een komma moeten gebruiken in 1 zin?

Slide 2 - Mind map

Waar komt de komma in deze zin?
Mijn moeder is ziek want ze heeft koorts
A
Tussen ziek en want
B
Achter moeder
C
Aan het einde van de zin
D
Tussen ze en heeft

Slide 3 - Quiz

Waar komt de komma voor in deze zin?
Het regent dus we kunnen beter naar een binnenzwembad gaan.
A
achter gaan
B
tussen kunnen en beter
C
Tussen beter en naar
D
tussen regent en dus

Slide 4 - Quiz

Waar komt de komma in de zin?
We zijn vorig jaar naar London Amsterdam en Antwerpen
A
achter London
B
achter London en Amsterdam
C
achter Antwerpen
D
Achter zijn.

Slide 5 - Quiz

Dubbele punt 
Je plaatst een dubbele punt als je uitleg geeft bij iets wat je eerder in de zin hebt gezegd. 
Voorbeeld: Mijn paspoort is beschadigd; ik heb hem in het water laten vallen. 

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 6
blz 124 

Slide 7 - Slide

De goede antwoorden
a. Eet in India niet bij verkopers op straat: het eten is daar vaak niet hygiënisch bereid.
b. Boek op tijd een reis: doe dat minstens een maand van te voren.
c. Onze reisleider is niet hier: hij is naar de toilet. 
d. De piramides waren het bezichtigen waard: ik heb nog nooit zoiets moois gezien. 

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 7
Let op komma's en dubbele punten 

Slide 9 - Slide

Goede antwoorden
a: Er staat veel informatie in de brochure; prijzen, reistijden en reisbestemmingen. 
b: De vlucht is geannuleerd: het sneeuwt te hard, de landingsbaan is glad en de vliegtuigmotor is bevroren. 
c: Het budget van Amrish is bijna op: hij heeft al te veel uitgegeven aan drankjes, kleding en cadeaus
d: We genieten van onze korte vakantie: het is hier heerlijk!
e: Als je op excursie gaat, hoor je van alles over bijzondere planten, dieren en gebruiken. 

Slide 10 - Slide

Opdracht 
Komma's en dubbele punt in de tekst. 
Je krijgt een nieuwsbericht tekst. 
Je vult hier zelf de komma's en dubbele punten in. 
De leerkracht kijkt dit na. 

Slide 11 - Slide

klaar?
Studiemeter vervolg
Thema 5 vakantie:
Spelling en grammatica
Onderdeel komma, dubbele punt en aaneenschrijven
 

Slide 12 - Slide

Het artikel wordt nagekeken door de leerkracht. Je krijgt hier de volgende les een cijfer voor. 

Slide 13 - Slide

Theorie; 
Een samenstelling bestaat uit meerdere woorden in één woord
vakantiepret
reisbudget
tentstokhaakje

Slide 14 - Slide

Kijk om je heen
Vul dan in het schema een aantal samenstellingen in.
Dit kunnen dingen zijn die je in het lokaal ziet, 
maar woorden die je bedenkt. 

Slide 15 - Slide

Je krijgt een stapel woorden. 
Leg de woorden bij elkaar die bij elkaar horen. 
En maak zelf een samengesteld woord. 

Slide 16 - Slide

Wat valt je op? 
Niet alle woorden kloppen hoe kan dit?
twee klinkers
afkorting 
meervoud regel

Slide 17 - Slide

Lees nu zelfstandig de theorie en maak de volgende opdrachten. 
Opdracht 9 t/m 15 (blz 126 t/m 131).

Slide 18 - Slide

Samen nakijken 
De leerkracht bespreekt wat de goede antwoorden zijn. 

Slide 19 - Slide

Huiswerk 
Studiemeter vervolg
Thema 5 vakantie: 
Spelling en grammatica
Onderdeel komma, dubbele punt en aaneenschrijven
Leerlingen die een herkansing hebben 

Slide 20 - Slide