Als er om een uitleg wordt gevraagd deze opschrijven
Slide 2 - Slide
1.
Deze vraag mag je niet fout hebben!!
1. C
Slide 3 - Slide
2.
Bedenk wat er nodig is voor zo'n winkel.
Welke kosten kan je dan bedenken?
- huisvestingkosten
- afschrijvingskosten
- gas,water en licht
- verzekeringskosten
- loonkosten
Slide 4 - Slide
3.
Mag je niet fout doen op het examen!!
3. C
Slide 5 - Slide
4.
Waar staan de letters BTW voor?
Naar wie gaat de BTW?
4. A
Slide 6 - Slide
5.
€ 450/100 X 60 = € 270 + € 450 = € 720 verkoopprijs zonder btw
Verkoopprijs met btw
btw € 720 / 100 X 21 = € 151,20+ € 720 = € 871,20
Slide 7 - Slide
6
Wat is afzet?
Wat is omzet?
Welke prijs hanteren?
Met deze vragen kan je tot een antwoord komen.
Eis&Co verkoopt schaatsen met een prijs die hoger is dan gemiddeld. ( daardoor kun je met relatief minder afzet toch een groter marktaandeel omzet hebben)
Slide 8 - Slide
7.
Hoe zit het schema van berekenen nettoresultaat eruit?
7. A
Slide 9 - Slide
8
Welke procentsom?
(€ 10,66 miljard / € 32,6 miljard) X 100 = 32,7%
Slide 10 - Slide
9.
Als er zelfscanners komenwat voor gevolg heeft dit voor personeelskosten en welke invloed hebben de investeringen van de zelfsscanners voor Albert Heijn