This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.6. Melissa's levensloop
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
Je leent voor een nieuwe auto € 15000,-. Je betaalt deze in 36 termijnen terug. Elke termijn is één maand Het maandtermijn is € 484,-. Hoeveel wordt er in totaal terugbetaald en wat zijn de rentekosten van deze lening?
Opdracht
Slide 3 - Slide
Je betaalt 36 maanden lang € 484,- per maand terug.
Je betaalt dus 36 x € 484,- = € 17.424,-.
De rentekosten van deze lening zijn dus € 17.424, - € 15.000,- = € 2.424,-
Opdracht
Slide 4 - Slide
Gatentekst
1) _______ betekent geld van anderen gebruiken. Het meest bekende voorbeeld is de 2) _______. Dat is een lening voor het kopen van een huis. Je kunt bij een bank een lening of hypotheek afsluiten. 3) _______ betekent dat je regelmatig geld betaalt aan de bank om de hypotheek terug te betalen. Maar let op! Als je geld leent, moet je ook een vergoeding betalen aan de bank. Dat heet 4) _______. Hoe hoger het rentepercentage, hoe meer geld je op den duur moet terugbetalen. Het is dus belangrijk om goed na te denken voordat je geld leent en om altijd op tijd je aflossingen en rente te betalen. Als je geld leent, stijgen de 5) _______. Hierdoor moet je bezuinigen op andere budgetten.
Vul in in de tekst!
Lenen
Vast lasten
Rente
Aflossen
Hypotheek
Slide 5 - Slide
Gatentekst
LENEN betekent geld van anderen gebruiken. Het meest bekende voorbeeld is de HYPOTHEEK. Dat is een lening voor het kopen van een huis. Je kunt bij een bank een lening of hypotheek afsluiten. AFLOSSEN betekent dat je regelmatig geld betaalt aan de bank om de hypotheek terug te betalen. Maar let op! Als je geld leent, moet je ook een vergoeding betalen aan de bank. Dat heet RENTE. Hoe hoger het rentepercentage, hoe meer geld je op den duur moet terugbetalen. Het is dus belangrijk om goed na te denken voordat je geld leent en om altijd op tijd je aflossingen en rente te betalen. Als je geld leent, stijgen de VASTE LASTEN. Hierdoor moet je bezuinigen op andere budgetten.
Slide 6 - Slide
5.6. Melissa's levensloop (KGT)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen hoe inkomsten en uitgaven kunnen veranderen tijdens iemands leven.
voorbeelden noemen van situaties in iemands leven waar de inkomsten of uitgaven veranderen.
Wat gaan we leren?
Slide 9 - Slide
De levensfasen van een mens
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
VRAGEN?
Slide 12 - Slide
OPDRACHTEN
Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 6) op pagina 28 en 29.
Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn opgave 7 t/m 13 op bladzijde 30 en 31.
Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Huiswerk voor de volgende les:
Maken opgaven 1 t/m 7 van hoofdstuk 5.6 lenen en betalen op bladzijde 28 t/m 30.