Herhaling 4.1 en 4.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Op je tafel:

- Leesboek

- Natuurkunde boek

- Schrift en pen

Lees in je leesboek

Wat gaan we doen?

1) Bespreking planning tot de volgende toets

2) Herhaling 4.1 en 4.2

     - belangrijkste begrippen en formules

     - belangrijkste vaardigheid oefenen

3) Werken aan werkblad

Werkblad

Deze week	Werkblad 1 over 4.1 en 4.2
Volgende week	Werkblad 2 over 4.3 en 4.4
Na de vakantie	Werkblad 1 en 2 inleveren voor een bonuspunt

Online les:

- Op je laptop/tablet: volg de link naar de 

online les in Teams vanuit Magister.

                               EN

- Op je telefoon: kom bij de LessonUp les 

via de code die online verschijnt.

4.1: Kracht en soorten beweging

Belangrijkste formule:

Belangrijkste begrippen: 

- (s,t)-diagram

- (v,t)-diagram

- Resulterende kracht 

v=​t​​s​​

4.1: Kracht en soorten beweging

Belangrijkste vaardigheid:

- Afgelegde afstand bepalend 

  aan de had van een 

  (v,t)-diagram 

4.1: Kracht en soorten beweging

Stap 1: Verdeel de grafiek in

driehoeken en vierkanten 

4.1: Kracht en soorten beweging

Stap 2: Bereken de oppervlaktes

van de verschillende delen.

Oppervlakte driehoek=

     1/2 x tijd x hoogste snelheid

Oppervlakte vierkant=

     tijd x snelheid  

4.1: Kracht en soorten beweging

Stap 3: Tel de oppervlaktes

van de verschillende delen bij 

elkaar op.

4.2 Arbeid

Belangrijkste formule:

Belangrijkste begrippen:

- arbeid

- negatieve arbeid

W=F⋅s

Zelf aan de slag

Maak

werkblad 1

Opdracht 14, 15 en 

29, 30

In formules staat de letter 's' voor:

1. snelheid
2. kracht
3. tijd
4. afstand

Tegenwerkende krachten leveren

1. arbeid
2. negatieve arbeid
3. snelheid
4. negatieve snelheid

Als de meewerkende krachten en de tegenwerkende krachten aan elkaar gelijk zijn dan:

1. is er een versnelling
2. is er een vertraging
3. blijft de snelheid constant
4. staat het voorwerp stil

Ik krijg een bonuspunt als:

1. ik werkblad 1 inlever
2. ik werkblad 2 inlever
3. ik werkblad 1 en werkblad 2 inlever
4. ik een aardbeien milkshake koop voor meneer Knol

Zelf aan de slag

Maak

werkblad 1

Opdracht 14, 15 en 

29, 30